Goed beschouwd is dit dé tijd dat je gemakkelijk reeën kunt zien: aan het eind van de winter/begin van het voorjaar vallen de groepen die reeën in de winter hebben gevormd uiteen, de zogeheten sprongen. De mannetjes krijgen territoriumdrift en gaan hun domein markeren en verdedigen. Met mooi weer komen ze tijdens ochtend- en avondschemering tevoorschijn uit de bossen en gaan ze grazen op de velden. Aan de bosrand zijn ze goed te zien omdat er nu nog geen bladeren aan de bomen zitten.
Reportage gaat verder na de muziek:
In het Buurserzand, een natuurgebied van Natuurmonumenten bij Haaksbergen, wordt al enkele decennia niet meer gejaagd op reeën. Volgens ecoloog en reeënkenner Bas Worm regelt dat zichzelf: reeën zijn territoriaal dus er past maar een beperkt aantal in het gebied. De rest zwermt uit en loopt risico in de omgeving wél afgeschoten te worden. Anders zouden we veel teveel reeën krijgen, zegt Bas Worm, en dan krijg je in het versnipperde Nederland al gauw problemen het het autoverkeer. Volgens hem zou in meer natuurgebieden de jacht op reeën afgeschaft moeten worden, zodat je een goede ‘bron’ krijgt van waaruit telkens nieuwe aanwas mogelijk is.