Als er één plek is in Nederland waar je nieuwe diersoorten kunt vinden, dan is het wel de Maasvlakte. En dan hebben we het niet over piepkleine, onbekende torretjes, maar dieren van een serieus formaat, zoals hyena’s en reuzenbevers. En onlangs is op de Maasvlakte zelfs een hoefbotje van de tapir aangetroffen. Vroege Vogels spreekt met enkele fossielenjagers..
Slurf
De tapir is een hoefdier van het formaat van een gemiddeld varken. Het dier lijkt een kruising tussen een zwijn en een olifant, met zijn slurfachtige snuit. Maar de tapir is juist nauw verwant met het paard en de neushoorn. Tegenwoordig komen ze alleen voor in Zuidoost-Azië en Midden- en Zuid-Amerika. Het gevonden fossiel op de Maasvlakte is ongeveer 2 miljoen jaar oud. Naturalis heeft drie gebitselementen van fossiele tapirs uit Nederland, maar nog nooit is er een hoefbotje gevonden. De kiezen komen uit de kleigroeven van Tegelen, bij Venlo. Naturalis hoopt dat de nieuwe vondst meer inzicht geeft in de verspreiding van de tapirs.
Warme jungle
Het hoefbotje stamt uit de overgangsfase van het Plioceen naar het Pleistoceen. Het klimaat van Nederland was destijds vochtig en warm, vergelijkbaar met een jungle. Het fossiel is gevonden door twee mensen die regelmatig op het strand van de Tweede Maasvlakte naar fossielen zoeken. De Maasvlakte is ontstaan door een deel van de Noordzeebodem op het strand op te spuiten. Een walhalla dus voor fossielenzoekers.