De afgelopen veertig jaar is de visstand met tachtig procent gedaald. Dat blijkt uit decennialang visonderzoek van het NIOZ. Sinds 1959 meet het instituut op dezelfde manier in het Marsdiep bij Texel de visstand. Het aantal gevangen vissen nam de sinds de jaren tachtig dus met meer dan driekwart af.
Anieke van Leeuwen van het NIOZ leidt het onderzoek naar de visstand. Al 65 jaar staat er een lange fuik bij de Mokbaai op Texel. De fuik en de vissersboot zien er nog altijd hetzelfde uit als vroeger toen er nog commercieel gevist werd. Zo doe je historisch verantwoord onderzoek. Dit is wereldwijk uniek.
Tussen april en november halen de onderzoekers de fuik om de dag leeg. Sinds de jaren tachtig houden ze structureel bij welke soorten ze vangen en hoe groot de vissen zijn. Veel vissen zetten ze na het meten meteen terug in zee, een klein deel nemen ze mee voor wetenschappelijk onderzoek.
Tot nu toe is er zeker een duidelijke conclusie te trekken: er is een grote afname van de hoeveelheid vis. Maar er zijn meer veranderingen. De vissen die ze vangen zijn over het algemeen wat kleiner, grote vissen hebben meer namelijk last van de warmere zee.
Bepaalde soorten nemen af en andere soorten nemen toe. Door de opwarming van de zee vangen ze minder kabeljauw, die van koud water houdt, en zien ze meer zeebaars die van warmer water houdt.
De Waddenzee is met haar voedselrijke en warme ondieptes een perfecte plek voor vissen om op te groeien. Maar ze zien dat die kraamkamerfunctie afneemt. Bovendien leven er minder bodemvissen, die vaak voedsel zijn voor grotere roofvissen.
De veranderingen in de visstand heeft te maken met alles wat wij als mensen in de Waddenzee doen. Natuurlijk heeft opwarming van de zee heeft invloed op het hele ecosysteem, maar ook visserij en andere economische activiteiten.
Kijk zondag 23 juni 2024 om 19.25 uur naar de uitzending over het Marsdiep op NPO 2!
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.