De storm van afgelopen donderdag richtte niet alleen schade aan in steden en dorpen, maar ook in de bossen. Harrie Hekhuis, afdelingshoofd Productie en Beheer van Staatsbosbeheer, heeft heel wat stormen voorbij zien komen.
Het heeft weleens harder gestormd
Gemiddeld hebben we iedere tien jaar een flinke storm. De stormen die bijvoorbeeld in 1972 en 2007 over het land raasden waren heel wat desastreuzer dan die van donderdag; toen gingen complete stukken bos tegen de vlakte. Dat viel nu mee, ook omdat de storm niet overal even zwaar was. Groningen en Friesland hadden er bijvoorbeeld relatief weinig last van.
Toch veel slachtoffers: vooral de es
Dat neemt niet weg dat er veel schade is aangericht. Er gingen monumentale bomen tegen de vlakte, in steden en dorpen – maar ook een beukenlaan op de Veluwe overleefde het niet. De grootste slachtoffers zijn de essen. Die boom heeft al zwaar te lijden onder de essentaksterfte en dat maakt ze extra kwetsbaar. Op een plek in de Betuwe waar veel zieke essen al zijn weggehaald, zijn de overgebleven exemplaren nu alsnog omgewaaid. Die waren toch zwakker dan men hoopte.
Veel werk
Staatsbosbeheer is nog wel even bezig met het ruimen van alle bomen. Dat is gevaarlijk werk: vooral in het bos vormen de omgevallen bomen soms een soort mikadospel, dat je voorzichtig moet ontwarren. Bovendien kunnen er alsnog takken uit bomen vallen, al is de wind nu gaan liggen. Voorlopig even goed oppassen dus tijdens het wandelen!