In de serie vogelmonografieën van uitgeverij Atlas Contact is onlangs een bijzonder nieuw deel verschenen: De Koekoek van de Britse onderzoeker Nick Davies. De koekoek spreekt tot de verbeelding. Waarom legt het vrouwtje van de koekoek bijvoorbeeld haar eieren in andermans nest? En hoe kunnen ze zich specialiseren in maar één soort ‘waardvogel’?
Uit het boek van Davies wordt allereerst duidelijk hoe je biologisch veldonderzoek doet: met een enorme dosis nieuwsgierigheid, doorzettingsvermogen en vernuftige experimenten. Zo ontdekte Davies onder andere waarom je zo weinig vrouwelijke koekoeken ziet: die zijn enorm stiekem! Als een waardvogel, zoals een karekiet, een koekoek in de buurt van haar nest heeft gezien, is de kans veel groter dat ze een vreemd ei uit haar nest gooit. Weet de koekoek haar ei ongezien in het nest te dumpen, dan is de kans heel groot dat de karekiet het ei accepteert.
Davies experimenteerde met een opgezette koekoek en ook met een opgezette kraai bij het nest van een karekiet, waarna hij een nep-eitje in het nest legde. Had hij eerst een opgezette koekoek laten zien, dan werd het nep-ei resoluut uit het nest gewerkt. Liet hij een opgezette kraai zien, dan liet de waardvogel het nep-ei gewoon liggen.
In Nederland doet bioloog Raymond Klaassen al vele jaren onderzoek aan koekoeken.
In zijn onderzoek wil Klaassen vooral ontdekken hoe het trekgedrag van de vouwtje in elkaar zit. ‘De vrouwtjes zijn gespecialiseerd in één soort waardvogel’, vertelt Klaassen. ‘De mannetjes paren met ieder vrouwtje dat ze kunnen krijgen. Maar die specialisatie van het vrouwtje moet dus ook tot uiting komen in haar trekgedrag. Om een nest van een heggenmus te parasiteren, zal het vrouwtje eerder in Nederland moeten zijn, dan voor het nest van een karekiet.’
De écht grote vraag van Klaassen is dan ook: hoe vang je een vrouwelijke koekoek. ‘Om het trekgedrag te onderzoeken, moet je een vogel een zender omhangen. Maar voorlopig lukt het alleen nog maar om mannetjes koekoeken te vangen. Dat zijn de enige die zo “dom” zijn om zich om de tuin – of beter: in het net – te laten leiden met het geluid van een vrouwtje. Pas als ik vrouwtjes kan vangen, kan ik écht onderzoeken hoe het trekgedrag van deze dieren in elkaar zit.’