Steeds meer IJslanders tegen walvisjacht, die toch is hervat

Volgens peilingen onder de IJslandse bevolking, is nu 35 procent van hen tegen de walvisvaart. Dat is een verdubbeling ten opzichte van negen jaar geleden. Ook politiek is er steeds minder steun. Toch heeft de laatste overgebleven walvisvaarder de jacht hervat.

Kristján Loftsson is de laatste walvisvaarder van IJsland. Zijn bedrijf, Hvalur hf, jaagt op vinvissen. Het vlees van deze dieren verkoopt hij hoofdzakelijk op de Japanse markt, al sinds 2010. Hvalur hf is er niet in geslaagd een bredere buitenlandse markt aan te boren. In 2018 ging Loftsson voor het laatst op jacht en doodde toen 145 bedreigde vinvissen. 

Na een stop van dertien jaar werd in IJsland in 2003 de commerciële walvisvaart hervat. Sinds die tijd zijn er meer dan 1.500 vinvissen en dwergvinvissen gedood. Destijds was er veel kritiek van andere landen en dierenrechtenorganisaties. Toch werd de beslissing om de walvisjacht stop te zetten pas dit jaar bekend gemaakt. In 2024 stopt het land volledig met de commerciële jacht op walvissen, kondigde minister van visserij Svandis Svavarsdottir aan.

De minister zei dat de regering de sociale en economische gevolgen van de commerciële walvisvangst zou evalueren en dat er geen nieuwe quota meer worden toegekend aan de bedrijfstak, die het land geen blijvend economisch voordeel oplevert. De consumptie van walvisvlees in Japan en Noorwegen, de landen waar IJsland naar exporteert, daalt immers al jaren.

Na deze aankondiging maakte Kristján Loftsson bekend dat hij van plan was de jacht op de vinvis na vier jaar te hervatten.  Hij wil dit doen binnen de huidige quotaregelingen, die het doden van walvissen nog tot 2023 toestaan. Hij heeft dit jaar een quotum van 161 vinvissen.

“Uit recente verklaringen van de IJslandse ministers van Visserij blijkt duidelijk dat er geen politieke steun meer is voor de walvisvaart in IJsland”, zegt Sharon Livermore, Directeur Bescherming van de zeeën bij IFAW. “Dat zien wij ook terug in de toegenomen weerstand tegen de walvisvaart onder de IJslandse bevolking.”

Het IFAW (International Fund for Animal Welfare) deed ook een opiniepeiling onder de bevolking. Daaruit bleek dat 35 procent van de IJslanders tegen de walvisjacht is en 33 procent voor. In 2013 was slechts 17 procent tegenstander en 57 procent voorstander.

In de enquete werd ook gevraagd of de walvisvangst belangrijk is voor de IJslandse economie. Daarbij gaf 53 procent van de ondervraagden aan dit niet belangrijk te vinden. Daarnaast vindt maar liefst 64 procent de walvisvangst slecht voor de reputatie van hun land.

Het IFAW voert al jaren campagne om toeristen, in het bijzonder de deelnemers aan zogeheten walvissafari’s, te informeren over de walvisvaart en het eten van walvisvlees. De succesvolle ‘Meet Us Don’t Eat Us’ campagne zorgde voor een aanzienlijke afname van de consumptie van walvisvlees door toeristen in IJsland.

"In IJsland is de walvisvaart niet langer een controversieel politiek thema", aldus IFAW. Decennialang stond de walvisvaart in IJsland hoog op de politieke agenda tijdens verkiezingscampagnes, maar in 2016 verdween het thema naar de achtergrond. "Jongere kiezers zijn meer bezig met klimaat-verandering, de rol die walvissen spelen in het bevorderen van gezonde ecosystemen in de oceaan en de belangrijke bijdrage die zij leveren bij de CO2-afvoer naar diepzee."

Bron: IFAW