In het Drents-Friese Wold liggen rond de dertig dassenburchten. Het is niet te zeggen of deze allemaal zijn bewoond, want de dassen zelf zijn lastig te zien. De dieren leven namelijk bij uitstek ’s nachts. Maar ze laten wel duidelijk sporen achter die voor de oplettende spoorzoeker overdag terug te vinden zijn.
Rand van het bos
Dassen bouwen hun burchten zelden midden in een groot bos. Meestal ligt de burcht aan de rand van het bos, niet al te ver weg van heide of weiland. In de avond trekken de dassen naar de gebieden buiten het bos om daar op zoek te gaan naar voedsel, zoals insecten of kleine zoogdieren.
Spoorzoeken
Dassen hebben vaste patronen. Ze komen op dezelfde tijd in de schemering de burcht uit en bewegen zich altijd langs dezelfde paden naar boven. De platgelopen paden, wissels genoemd, zijn te herkennen in het bos en in het weiland. Rondom de burcht zijn ook pootafdrukken, vraatsporen, omgeknakte stengels en uitwerpselen te zien.