Spanderswoud is nu een divers bosgebied

Halverwege de 20e eeuw groeiden in het Spanderswoud naaldbomen en loofbomen voor houtproductie. In de jaren tachtig is besloten er een ‘natuurlijk bos’ van te maken. Er moest plek komen voor meerdere soorten bomen waardoor de natuur minder eentonig zou worden. 

Die boshervorming doen ze tegenwoordig op een ongewone manier. Om het bos wilder en natuurlijker te maken, worden bomen omgetrokken zoals bij een storm zou gebeuren. De bomen worden met kluit en al omgewerkt. Beheerder Jan Loggen heeft al veel bomen omvergetrokken in het Spanderswoud. Dat doet hij met een handlier. Deze lier maakt hij halverwege de boom vast. Vervolgens trekt hij met beleid en veel kracht de bomen met wortels en al om. Zo lijkt het net alsof er een harde storm over het Spanderswoud is getrokken.

Deze bomen heten in boswachterstermen “liggend dood hout” naast de bomen die je laat staan als ze dood zijn, het zogenaamde “staand dood hout”. Dat laatste is vooral voor spechten en boommarters van belang. Liggend dood hout rot langzaam weg en vormt een biotoop op zich voor zwammen, korstmossen en insecten. Door ze om te trekken komt er nog een biotoop beschikbaar. De kluit die overeind steekt en waar bijvoorbeeld veel graafbijen hun holletje maken en waar zelfs een ijsvogel in kan nestelen. 

Het Spanderswoud is inmiddels een vogelrijk gebied. Zo zijn er de grote bonte specht, de zwarte specht en de kleine bonte specht te vinden. Verder zitten er buizerds en haviken die deze periode druk bezig zijn met baltsen en hun nesten bouwen. Ook is er een ravenkoppel dat het woud gebruikt als hun foerageergebied. Dat ravenkoppel broedt zelf waarschijnlijk in de Omroeptoren van Hilversum op 140 meter hoogte. Het is voor Vroege Vogels de eerste keer dat we de behoorlijk zeldzame kleine bonte specht goed in beeld krijgen.

De uitzending over het Goois Natuurreservaat is vrijdag 16 april om 19.50u op NPO2!