De afgelopen weken voer het oceaanonderzoeksschip Pelagia, van de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek, rond de Azoren in het kader van de expeditie
Netherlands Initiative Changing Oceans
.
Het schip bezocht onder andere de ‘Rainbow vents’, een gebied met heetwaterbronnen op ruim twee kilometer diepte in de oceaan. Met videocamera’s, maar ook met onderwatermicrofoons keken en luisterden verschillende onderzoekers naar deze bijzondere plek in de diepzee. Uit vulkanische schoorstenen, ook wel black smokers genoemd, komt heet water onder grote druk uit de bodem tevoorschijn. Het water heeft een zwarte kleur door de mineralen die erin zitten.
Black smoker
Onderzoekster Sabine Gollner van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee, het NIOZ op Texel, was extreem blij toen de bodemlander met twee videocamera’s – met een gezonde dosis geluk van de stuurman - dwars door de zwarte pluim met heet water werd gestuurd. "Dit is water van 300 graden dat uit de bodem spuit. Er zit heel veel sulfide in en dat blijkt de sleutel voor een bijzonder ecosysteem rond deze zogeheten ‘vents’. Bacteriën kunnen energie uit deze zwavelverbindingen halen, wat het begin is van een hele voedselketen. Op land is energie uit de zon de start van de meeste voedselketens, maar dat heb je op deze diepte natuurlijk niet."
Geluiden in de diepzee
Onderzoeker Hans Slabbekoorn van de Universiteit van Leiden stuurde ook onderwatermicrofoons naar de vents. "We zijn gewend te denken aan planten en dieren en ook aan zaken als vocht, temperatuur en voedingsstoffen, die samen bepalen hoe een landschap eruitziet. Maar we komen er steeds meer achter dat geluiden net zo’n cruciaal onderdeel zijn van een landschap. Onder water geldt dat waarschijnlijk nog wel meer dan op land, omdat onder water geluiden nog veel makkelijker verplaatst worden en omdat je op een diepte van meer dan vierhonderd meter sowieso niet veel ziet. Ik wil graag ontdekken hoe het ‘soundscape’ van de diepzee klinkt.’
Sonar
Dat geluiden extreem bepalend kunnen zijn voor het leven in zee is jaren geleden al – op een voor dolfijnen pijnlijke manier – bewezen. Door de sonar die militairen gebruiken om onderzeeërs op te sporen zijn op verschillende plaatsen spitssnuitdolfijnen gestrand. Onderzoeker Frans-Peter Lam van TNO was met twee studenten aan boord van de Pelagia om onderzoek te doen met drijvende microfoons. "Deze microfoons kunnen onderwatergeluiden opvangen en die meteen doorsturen via een radioverbinding naar het schip. Op die manier kunnen we nog beter luisteren naar de geluiden onderwater, bijvoorbeeld van walvissen, om te ontdekken hoe ze precies reageren op sonar en andere potentiële verstorende geluiden, zoals van het heien bij de aanleg van windparken, of de explosies die worden gegenereerd bij het onderzoek van de zeebodem."
De reportage op het onderzoeksschip Pelagia was een onderdeel van de expeditie
Netherlands Initiative Changing Oceans
. Eerdere reportages vanaf het schip zijn
hier
terug te vinden.