Vissen zijn menselijker dan we denken: ze kunnen leren, hebben gevoel en ervaren stress. Dat zegt professor Gert Flik. Consumptievis zou daarom verdoofd moeten worden geslacht, vindt hij.
Dierfysiologie is het deel van de biologie dat zich bezighoudt met de levensverrichtingen van organismen. Gert Flik is er hoogleraar in en hij is gespecialiseerd in vissen. Volgens hem zijn er tal van bewijzen dat vissen stress kunnen ervaren en meer vertonen dan reflexgedrag. Ze kunnen echt leren en hun gedrag aanpassen. Ze ontwijken vervelende situaties; ze lijken dus niet te willen lijden.
Toch lijden veel consumptievissen nu wel voordat ze worden gedood: ze liggen adem happend op het dek, hun ingewanden worden er levend uitgesneden waarna ze leeg liggen te bloeden of ze gaan levend een fileermachine in. Voor koeien, schapen, varkens of zelfs kippen vinden we dit ontoelaatbaar, maar voor veel vis is het de harde werkelijkheid.
Kweekvis
De helft van de vis die wereldwijd wordt gegeten komt tegenwoordig uit kweek. Uit oogpunt van dierenwelzijn is dat een goede zaak. Want kweekvis is goed te verdoven voordat hij wordt geslacht, bijvoorbeeld met een stunner. In Noorwegen doen ze dat al, bij alle kweekvis.
Van de vis die in Nederland wordt gekweekt is 80% paling of een meerval(-achtige). De overige 20% bestaat uit tarbot, snoekbaars, yellowtail, steur en forel. Meerval is een warmwatervis en daardoor is onderkoeling een diervriendelijke verdovingsmethode, zeggen de kwekers. De claresse (een meervalachtige vis) wordt elektrisch verdoofd. Paling, de enige vissoort waarvoor wetgeving op het gebied van slachten in het verschiet ligt, wordt sinds 1 januari 2015 bij vrijwel alle handelaren elektrisch verdoofd voordat hij wordt gedood. Voor tarbot is elektrische bedwelming in ontwikkeling.