Slakken worden vaak gezien als vieze en vervelende overlastveroorzakers. Maar wie zich verdiept in het slijmerige dier, zal zien dat het eigenlijk best een fascinerend beestje is.
Slijmerige acrobaten
De gewone huisjesslak verplaatst zich slecht 30 tot 40 meter per jaar. Daar gebruikt hij zijn slijm voor, wat ervoor zorgt dat hij zich over bijna elk soort ondergrond makkelijk kan voortbewegen. Als een slak verticaal moet voortbewegen, wat meer grip vereist dan horizontaal bewegen, wordt een ander soort slijm afgescheiden.
Hoornachtige tandjes
Veel op het land levende slakken eten voornamelijk planten, maar vele soorten eten ook aas, paddenstoelen en schimmels. Slakken hebben een rasp-achtige mond die bestaat uit vele duizenden kleine hoornachtige tandjes. Hiermee worden dunne laagjes weefsel van het voedsel geschraapt.
Hermafrodiet
De meesten slakken zijn hermafrodiet. Met andere woorden: ze zijn tweeslachtig en kunnen bij het paren zowel mannelijk als vrouwelijk zijn. Het is wel zo dat er twee slakken nodig zijn om een bevruchting te laten plaatsvinden.
Winterslaap van 3 jaar
Een slak houdt een soort winterslaap om zich te beschermen tegen uitdroging. Als de omstandigheden niet goed genoeg zijn om te ontwaken, door bijvoorbeeld aanhoudende kou, kan deze winterslaap wel 3 tot 4 jaar duren.
Anus op de kop
Slakken hebben geen normale voor- en achterkant. De achterkant van het dier zit feitelijk boven zijn kop. Het voordeel daarvan is dat de buik van de slak, met alle ingewanden en de geslachtsorganen, teruggetrokken kan worden in de schelp. Als een slak poept komen de uitwerpselen eigenlijk op zijn kop.