De schol en de kabeljauw vinden het water van de Waddenzee te warm en zoeken hun heil elders. Uit een vergelijking van onderzoek tussen 1972 en 2014 blijkt dat deze vissen althans in het Duitse deel van de zee veel zeldzamer zijn geworden.
Andere diersoorten houden juist van warmer water en nemen dus in aantal toe. Zo komen de zeetong, de strandkrab en de zwemkrab tegenwoordig vaker voor. De verschillen worden rechtstreeks bepaald door de klimaatverandering. Een Duitse zeebiologe schrijft over de wijzigingen door de opwarming van het water in het blad Estuarine, Coastal and Shelf Science.
Het onderzochte gebied heet de Jadeboezem. Het is 160 vierkante kilometer groot en een zeearm in de Noordzee tussen de Dollard en de rivier de Weser. Het gebied geldt als een kraamkamer voor vissoorten.