Ruben Smit heeft deze week de kleinste watervogel van Nederland voor ons vastgelegd: de dodaars.
De dodaars is de kleinste fuut van Europa. In maart krijgen ze de lente in hun bol en kun je ze horen roepen, in een soort duet tussen het mannetje en het vrouwtje, bij de balts of om het territorium te markeren. De dodaars dankt zijn naam aan zijn donsachtige, witte achterwerk: ‘dodde-aars’.
Dodaarzen zijn zeer lastig om te filmen. Ze zijn enorm snel en houden zich goed verscholen in de ondiepe en beschutte wateren waar zij broeden. Tijdens de broedperiode leven ze vooral van insecten, maar naast het broedseizoen eten ze ook graag kleine visjes en schelpdieren. Dodaarzen slikken regelmatig veertjes in om de vorming van braakballen te stimuleren.
De broedperiode duurt bij de dodaarzen van april tot en met juli. Het drijvende nest bouwen deze kleine watervogels tussen het riet of bij een ruige waterkant. Meestal legt de dodaars rond de vier eieren. De jongen zijn nestvlieders en kunnen zichzelf meteen voeden.