Deze week is begonnen met het ophogen van de Roggenplaat in de Oosterschelde. Sinds de aanleg van de stormvloedkering is de zandaanvoer langzaam verdwenen, wat ook wel zandhonger wordt genoemd. De zandplaat dreigt langzaam weg te zakken in het water en dat is slecht nieuws voor steltlopers en zeehonden.
Ruim 1,3 miljoen kuub zand wordt vanuit een geul in de Oosterschelde op de Roggenplaat gestort, verdeeld over zeven plekken. Op die manier blijft er genoeg ruimte over voor de foeragerende vogels en voor de zeehonden, die langs de geulen liggen. En ook voor de mosselkwekers, die hun percelen rond de plaat hebben liggen. Maar liever zagen ze de zandsuppletie helemaal niet komen, maar dat bezwaar is door de Raad van State afgewezen.
Protesten van mosselkwekers en kreeftenvissers hebben de aanleg wel twee jaar vertraagd. Al in 2013 begon Natuurmonumenten met de crowdfundingactie 'Zet je zandtekening' om de suppletie mogelijk te maken. Die leverde 12.435 euro op, de hele operatie kost ruim 6 miljoen euro. De zandplaat zou, rekening houdend met zandhonger en zeespiegelstijging, zo'n 25 tot 50 jaar mee moeten gaan.