RIVM: kennis over microplastics in bodem schiet tekort

Er moeten betrouwbare standaardtechnieken worden ontwikkeld om microplastics in de bodem te analyseren. Dat concludeert het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) uit een literatuuronderzoek. Zolang die technieken er niet zijn, kunnen onderzoekers geen betrouwbare analyses doen naar wat microplastics in de bodem betekenen voor de gezondheid.

Microplastics zijn kunststofdeeltjes kleiner dan vijf millimeter. Ze ontstaan bij slijtage aan kunststofproducten, zoals bij het dragen en wassen van synthetische kleding, of wanneer zwerfafval uiteenvalt. Ook worden ze toegevoegd aan bijvoorbeeld verzorgingsproducten. Microplastics zijn nauwelijks afbreekbaar.

Er komen steeds meer microplastics in het milieu terecht, ook in de bodem. “Als dit zo doorgaat,” zegt het RIVM “zorgt de ophoping van microplastics in de bodem mogelijk voor schade aan de gezondheid van mensen, planten en dieren.”

Er wordt veel onderzoek gedaan naar microplastics. Maar de kennis over de microplastics is “versnipperd, onvolledig en soms zelfs tegenstrijdig”, aldus het RIVM. Hierdoor kan verspreiding en eventuele schadelijke effecten van microplastics in de bodem niet goed in kaart worden gebracht. Er is meer duidelijkheid nodig.

Het RIVM beveelt aan dat onderzoek naar microplastics meer gestandaardiseerd moet worden. Zo kan beter in kaart worden gebracht wat de belangrijkste bronnen zijn, de snelheid waarmee de stoffen afbreken (tot nanoplastics) en de schadelijke effecten op organismen. Zo kunnen de risico’s van verschillende soorten microplastics voor de bodem beter beoordeeld en vergeleken worden. “De bestaande kaders voor risicobeoordelingen zijn daarvoor niet geschikt, omdat microplastics verschillende vormen en samenstellingen hebben”, aldus het RIVM.

Bron: RIVM, ANP