De start van het trek- en paaiseizoen voor vissen is een goed moment om te kijken hoeveel en welke vissen van de passage bij Doesburg gebruik maken. De eerste resultaten zijn veelbelovend: veel blankvoorns, windes en zelfs rivierprikken zijn de passage door gezwommen van de IJssel naar de Oude IJssel. Rivierprikken kwamen al 100 jaar niet meer voor in de Oude IJssel.
De vispassage is vorig jaar september in gebruik genomen en verbindt de Oude IJssel met de Gelderse IJssel. Vanwege de grote hoogteverschillen van deze rivieren, oplopend tot vijf meter, is de vispassage in Doesburg één van de grootste en meest innovatieve van Nederland.
Rivierprik
Hoeveel het nog vroeg in het seizoen is, zien de eerste resultaten er al veelbelovend uit. Zo zijn afgelopen week veel blankvoorns en windes de passage doorgezwommen. Heel bijzonder was de vangst van rivierprikken. Deze trekvis zwemt helemaal vanuit de Noordzee de rivieren en beken op om zich voort te planten. De rivierprik komt al een eeuw niet meer in de Oude IJssel voor. Deze eerste vangsten laat zien dat de passage goed lijkt te functioneren en dat er herstel mogelijk is van de onderwaternatuur.
Onderzoek
Vissen die de passage vanuit de IJssel inzwemmen komen aan het einde in een geplaatste fuik terecht. De fuik wordt meerdere keren per week geleegd door onderzoeksbureau ATKB met hulp van vrijwilligers van de Doesburgse hengelsportvereniging. De vissen worden gemeten en geteld en daarna in de Oude IJssel vrijgelaten. De monitoring loopt tot halverwege mei 2020.
Om de effectiviteit van de vispassage te meten wordt ook op andere plekken bovenstrooms onderzoek gedaan op basis van DNA-sporen die vissen achterlaten. Hiervoor is vorig jaar een nulmeting gedaan voor het watersysteem van de Oude IJssel.