Een van de diersoorten die de Diemerscheg rijk is, is de ringslang. De ringslang is, naast de adder en gladde slang, een van de drie soorten slangen die in Nederland leven. Het is de langste slang die in Nederland te vinden is en komt vooral voor rondom het IJsselmeer. Ook in de Diemerscheg zitten langs de oevers van het IJmeer veel ringslangen.
Perfect leefgebied voor de slang
De oude dijken en natte oevers vormen een perfect leefgebied voor de slang. De dieren houden van dijkjes, waarop ze overwinteren, paren of lekker in de zon kunnen liggen. Ze zitten ook graag in de buurt van water, waar ze jagen op kikkers en padden. De ringslangen leggen hun eieren op warme plekken, namelijk in broeihopen zoals mest- of composthopen. Binnen in zo’n hoop wordt het lekker warm, wat nodig is om de eieren te laten uitkomen.
Goede broeihopen
Water en dijkjes zijn volop beschikbaar in het Diemerbos, op de oude Diemerzeedijk en de Diemer Vijfhoek – maar aan genoeg goede broeihopen ontbreekt het. Het gebied waar nu het Diemerbos ligt, was vroeger een boerenlandschap met boerderijen waar genoeg van die broeihopen te vinden waren. Maar de boerderijen zijn er grotendeels verdwenen. Daarom leggen vrijwilligers tegenwoordig zelf broeihopen aan. Daarvoor gebruiken ze organisch materiaal zoals plantenresten, maar vooral mest. Takken en stammetjes worden samen met de mest op een hoop gelegd. Die takjes zorgen voor holtes waar de slangen hun eieren inleggen. Die aangelegde broeihopen zijn wel anderhalve meter hoog.
In elke broeihoop kunnen meerdere ringslangen hun eieren leggen. Elke slang legt ongeveer twintig eieren en er zijn jaren geweest dat ze wel tweeduizend eierschalen terugvonden aan het eind van het seizoen. Dus de ringslangen weten de hopen goed te vinden.
Kijk vrijdag 4 juni 2021 naar de uitzending over de Diemerscheg om 19:50 op NPO 2!