Op verschillende plekken in en om het Noordzeekanaal zijn 45 rifkorven geplaatst die dienen als schuilplek voor jonge vis en kleine vissoorten. De rifkorven moeten ze beschermen tegen roofvissen en vogels, die de visjes als een makkelijke prooi zien.
Rifkorven
De afgelopen jaren zijn er op tal van plaatsen langs het Noordzeekanaal vispassages aangelegd om de jonge trekvissen, zoals glasaal en driedoornige stekelbaars, de mogelijkheid te geven om ongehinderd te migreren van zout naar zoet/brak water. Op enkele plekken bleken ze voor roofvissen- en vogels echter een makkelijke prooi, omdat het ontbrak aan schuilmogelijkheden.
De rifkorven moeten nu uitkomst bieden. Ze hebben de vorm van een bijenkorf, zijn hol en bevatten tal van gaten waar de vis de korf in en uit kan zwemmen. Ze zijn ongeveer 1 m hoog, gemaakt van beton en wegen 800 kg. De rifkorven hebben hun werking als schuilplaats voor vis bewezen tijdens een 3 jaar durend onderzoek in het kader van het Onderzoeksprogramma Natuurlijker Markermeer - IJmeer door Bureau Waardenburg. Rijkswaterstaat gaat nu i.s.m. Havenbedrijf Amsterdam, Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, Hoogheemraadschap van Rijnland de rifkorven opnieuw gebruiken bij belangrijke vispassages in en om het Noordzeekanaal.
Monitoring
De komende jaren zullen de betrokken waterbeheerders de rifkorven middels onderwatercamera's in de gaten houden om te zien of ze het gewenste effect hebben. Volgens Rijkswaterstaat zijn de maatregelen nodig, omdat het aantal en de verscheidenheid van de vissen in de Nederlandse wateren afnemen. Met name de glasaal, die uitgroeit tot paling, heeft het moeilijk.