Aan de voet van de Afsluitdijk ligt een bijzonder bos. Een gedeelte van dit bos is ontstaan door bominslagen aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Nu wonen er reeën en boommarters in dit bos, midden in de open polder van de Wieringermeer.
Dijkdoorbraak
Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog hebben de Duitsers twee bommen laten ontploffen en zo een gat in de dijk geslagen. Hierdoor werd een groot deel van de Wieringerpolder weer onder water gezet. De dijk werd gedicht, maar door het ingespoelde zand was een gedeelte van de polder onbruikbaar geworden voor landbouw. Op deze plek werd bos aangeplant: het Dijkgatbos. De twee bomkraters zijn gebleven en vormen nu twee watertjes, met rietkragen en moerasbosjes.
Eigenlijk zijn de bominslagen dus een vroeg staaltje natuuraanleg. De twee bomkraters en het bosje wat er omheen is ontstaan, zijn een walhalla voor watervogels, reeën en boommarters.
Reeën tellen
Éénmaal per jaar telt boswachter Leon Kelder van Staatsbosbeheer de ongeveer 100 reeën in het Dijkgatbos en aanliggende Robbenoordbos. Menno gaat met hem mee.