Zeearend
© Harold Rijnbergen
2023 was een ongekend succesjaar voor de Nederlandse zeearenden. Uit 32 nesten vlogen maar liefst 45 jongen uit. "En het eind is nog niet in zicht", zegt Dirk van Straalen van de Werkgroep Zeearenden.
Nog maar in 2006 kwam voor het eerst een paartje zeearenden tot broeden in ons land, in de Oostvaardersplassen. Nu, zeventien jaar later begonnen 36 paartjes aan een nest. Vier daarvan sneuvelden in een vroeg stadium. Zo waaide er in diezelfde Oostvaardersplassen dit jaar een nest uit de boom. "Dat hoort erbij", constateert vogelonderzoeker Van Straalen nuchter.
Dirk van Straalen, Werkgroep Zeearend
© Rob Buiter
De 32 paren die wél succesvol waren brachten dus 45 jongen groot. "Sinds kort zijn dat in veel gevallen ook echt 100 procent Nederlandse vogels", zegt Van Straalen. "In het begin kregen we hier veel vogels uit Duitsland, maar uit ons ringonderzoek weten we dat het nu ook vogels zijn die hier uit het ei zijn gekropen, die nu zelf jongen grootbrengen.
In het begin waren er grote zorgen over de verstoring van de arenden. "Uit de literatuur hielden we een 'verstoringsafstand' van 500 meter aan. Dat betekent dat we vissers, of andere recreanten en verstoringen op een halve kilometer afstand van een nest probeerden te houden. Nu zien we dat vogels spontaan op 200 meter van een fietspad gaan broeden. Ze raken blijkbaar aan ons gewend."
volwassen zeeearend in Koudum
© Rob Buiter
Volgens de Werkgroep Zeearenden is het plafond nog niet in zicht voor deze machtige vogels. "Aan het voedsel hoeft het niet te liggen", denkt Van Straalen. "Of ze ooit, net als bijvoorbeeld haviken, zelfs in de steden gaan broeden durf ik te betwijfelen. Maar nu al kan je in principe in heel Nederland af en toe zo'n gigantische vogel met een spanwijdte van ruim twee meter over je tuin zien vliegen."
Thema's:
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.