Hoewel de lente maar moeilijk op gang komt, hebben de hazen het voorjaar al duidelijk in de bol. Ze rennen, buitelen en vechten er op los, waarbij de bontvlokken soms in het rond vliegen.
Rammelen
Maart is rammeltijd oftewel paartijd bij de hazen. In de strijd om een vrouwtje gaat het er dan heftig aan toe: de dieren jagen in topsnelheid achter elkaar aan en gaan met elkaar 'op de vuist'. Als twee hazen in die typerende bokshouding tegenover elkaar staan, kunnen dat twee rivaliserende mannetjes zijn, maar ook een vrouwtje dat zich een mannetje van het lijf houdt.
Rammelen heeft trouwens niets met rinkelen of schudden te maken; het woord is afgeleid van ‘ram’, de naam van de mannetjeshaas. Een vrouwtjeshaas wordt een moer genoemd.
Haas of konijn?
Als je in het weiland iets harigs ziet met lange oren, hoe weet je dan of het een haas of een konijn is? Het verschil in bouw is dan het kenmerkendst: een konijn is kleiner, ronder, boller, gezelliger bijna. Een haas is een stuk groter en schonkiger, met een veel spitsere snoet en veel langere oren met opmerkelijk zwarte punten. Behalve in de rammeltijd opereren hazen doorgaans alleen, terwijl konijnen echte groepsdieren zijn.
Paaseieren
Anders dan een konijn heeft een haas geen holletje: hij rust in een ‘leger’, een ondiep kuiltje in het gras, de bosrand of onder een heg. Daar werpt de vrouwtjeshaas in het vroege voorjaar ook haar jongen, die daar dan redelijk onbeschermd liggen. Zo’n nestje hazenbaby’s is een echt voorjaarssymbool, een teken dat de lente er aankomt. Dat zal de reden zijn dat de haas al eeuwenlang een vruchtbaarheidssymbool is. Voeg daar een ander vruchtbaarheidssymbool bij: eieren, en de paashaas is compleet.