Een geheimzinnig vogelbotje, diep opgegraven in een Zuid-Hollandse polder, blijkt van een prehistorische tureluur te zijn.
In de polder Zuurland, onder de rook van Rotterdam, boort Leen Hordijk al tientallen jaren diep in de Nederlandse bodem. Tanden, botten, schelpen en plantenresten: van alles vindt hij, en dat werpt licht op een tijd van duizenden tot miljoenen jaren geleden. In zijn omvangrijke collectie bevinden zich talloze vondsten die nog op een nadere datering of duiding wachten.
Amateur-paleontoloog en biologiestudent Bram Langeveld mocht vorig jaar eens grasduinen in zijn collectie en liet zijn oog vallen op een klein vogelbotje van een paar centimeter. Met dit botje toog Bram naar het Groninger Archeologisch Instituut om te zien of hij kon herleiden tot welke vogel het behoorde. In het Groningse instituut hebben ze een collectie waar alle botjes per soort bij elkaar liggen en waar je dus makkelijk kunt vergelijken.
Bram concludeerde dat het om een tureluur zou moeten gaan. Door een verdere vergelijking met tureluurs in andere collecties, zoals die van Naturalis in Leiden en het Natuurhistorisch Museum in Rotterdam weet hij het nu zeker. Langeveld, Hordijk e.a. zullen hierover publiceren in het gerenommeerde paleontologische blad Cranium van juni aanstaande.