Planten verspreiden zich door hun zaden los te laten. Plantenzaden zijn er op gebouwd om zich te laten verspreiden door water, of via dieren of door de wind. Voor de plantenzaden die zich verspreiden via de wind is de vraag: wanneer laat een plant zijn zaden los en bij welke wind is dat het gunstigst? Bioloog Jelle Treep zocht het uit en promoveert op dit onderwerp.
Het is belangrijk voor planten om het juiste moment te kiezen zodat de zaden zo goed mogelijk worden verspreid. Uit het onderzoek van Treep blijkt dat planten “nadenken” en “kiezen” wanneer het juiste moment is om hun zaden los te laten.
Onderzoek
Met behulp van windverspreidingsmodellen (een combinatie van landschap en windpatronen) zocht hij uit wanneer planten hun zaden loslaten. In deze modellen is te zien hoe planten zich verspreiden en of ze op de juiste plekken terechtkomen. Want dat is met de steeds groter wordende versnippering van ons landschap geen gemakkelijke zaak. Planten die hun zaden via de wind verspreiden, zoals paardenbloem en havikskruid, komen door de versnippering steeds moeilijker terecht in de juiste biotoop.
Verspreidingsmodel
In het computermodellen zijn drie gegevens van cruciaal belang: de loslaat-hoogte van de plant, de valsnelheid en de windkracht. Aan de hand van deze gegevens berekent het model welke windkracht er nodig is voor welke verspreidingsafstand en welk zaadje waar terecht komt. Uit het onderzoek van Jelle Treep blijkt tevens dat evolutionair is bepaald wanneer welke plant haar zaden loslaat, zodat de kans op overleven het grootst is. Zo wacht het havikskruid op een windsnelheid van vijf meter per seconde voordat zij haar zaden laat gaan.