De Roggenplaat is een zandplaat in de Oosterschelde. Met een oppervlakte van dik 1400 hectare, zijn veel trekvogels en zeehonden sterk afhankelijk van deze plaat.
Het is een vaste stop voor vele trekvogels om hun buikje rond te eten en de reis te kunnen voltooien. Wanneer het laagwater is, komen de vogels snacken bij ‘het wegrestaurant’. Bij hoog water vliegen ze naar de binnendijkse gebieden. Bij het wisselen van het getij is het dus een dagelijkse vogeltrek. Je kunt hier bijvoorbeeld overvliegende scholeksters en wulpen spotten.
Zandhonger
In een delta is er sprake van een natuurlijke balans. Hoge golven slepen het zand van slikken en platen mee naar de geulen. Bij rustig weer schuurt het zand uit de geulen en brengt de vloedstroom het terug naar de slikken en platen.
Door de aanleg van de Oosterscheldekering is de stroming van het water minder sterk waardoor er geen natuurlijke opbouw meer is van zandplaten. De hoge golven voeren het zand nog steeds van de platen weg, maar de vloedstroom is te zwak om het terug te brengen. Het lijkt alsof de geulen ieder korreltje hongerig in zich opnemen: de geulen hebben ‘zandhonger’. Daardoor wordt de voor de natuur zo belangrijke Roggenplaat steeds lager en kleiner. Vogels hebben hierdoor minder toegang tot voedsel en de zeehonden verliezen hun leefgebied.
Ophogen Roggenplaat
Vanaf 1 oktober start Rijkswaterstaat met het ophogen van de Roggenplaat. De droogvaltijd wordt namelijk steeds korter, en zo dreigt de plaat zijn ecologische functie te verliezen. Door de ophoging kan de plaat weer 25-50 jaar mee.
De Roggenplaat is van levensbelang voor de dagelijkse vogeltrek en ook belangrijk voor zeehonden. Daarnaast is de ophoging ook goed voor de vooroever en een hogere plaat werkt als een golfbreker voor de dijken. Menno bekijkt met boswachter Natuurmonumenten Paul Begijn de dagelijkse vogeltrek vanaf de dijk.
Kijk vrijdag 30 augustus 2019 om 19.35u naar NPO 2! Of klik hier om de uitzending terug te kijken.