PFAS: vanaf vandaag meer ruimte voor bouwers en baggeraars
• 29-11-2019
• leestijd 3 minuten
Maaikorf
© RAVON
Meer
ruimte voor bouwers en baggeraars, op een veilige manier voor onze gezondheid
en het milieu. Met dat doel stelt minister Stientje van Veldhoven (Milieu en
Wonen) vandaag een tijdelijke, landelijke achtergrondwaarde voor PFAS vast voor
de land- en waterbodem. Zij doet dit op wetenschappelijk onderbouwd advies van
het RIVM en Deltares. Van Veldhoven heeft afgesproken met opdrachtgevers,
gemeenten, provincies en waterschappen de geboden ruimte zo snel mogelijk en
maximaal te gebruiken. Voor grond en baggerbedrijven die in de knel zijn
gekomen, wil het kabinet de mogelijkheden om aan krediet te komen verruimen.
Ook wil Minister van Veldhoven bekijken wat in de aanpak van niet genormeerde-
en zeer zorgwekkende stoffen beter kan en hoe de kraan voor dit soort stoffen
kan worden dichtgedraaid.
Van
Veldhoven: “We zetten hiermee een hele belangrijke stap waardoor veel grond- en
bagger werkzaamheden weer door kunnen, terwijl we zorgen voor de bescherming
van onze gezondheid en het milieu.”
Meten is weten
Op
verzoek van Van Veldhoven is de afgelopen maanden op veel plekken in Nederland
gemeten hoeveel PFAS in de land- en waterbodem zit. Het RIVM adviseert op basis
van metingen een achtergrondwaarde van 0,8 microgram PFAS per kilo grond voor
de landbodem te hanteren, en 0,9 microgram per kilo voor de stof PFOS (een van
de duizenden stoffen uit de PFAS-groep). Deltares heeft een soortgelijk
onderzoek gedaan naar de achtergrondwaarde PFAS in de waterbodem. Deltares
adviseert 0,8 microgram PFAS per kilo grond te hanteren, en 3,7 microgram voor
PFOS. Dit betekent in de praktijk dat grond- en baggerbedrijven meer ruimte
hebben om veilig grond te verzetten en te baggeren. Zij kunnen bijvoorbeeld
weer bagger kwijt in sommige diepe plassen die in contact staan met rivieren.
De achtergrondwaarden worden verwerkt in het tijdelijk handelingskader PFAS.
Dat werd op verzoek van decentrale overheden in juli 2019 vastgesteld. De
nieuwe achtergrondwaarden voor PFAS voor de land- en waterbodem gaat per direct
in.
Opdrachtgevers: breng werkzaamheden op gang
Van
Veldhoven heeft met opdrachtgevers, gemeenten, provincies en waterschappen
afgesproken de ruimere mogelijkheden zo snel mogelijk en maximaal te benutten.
Van Veldhoven: “Elke dag telt. Ik heb zelf gezien hoeveel problemen grond- en
baggerbedrijven kunnen hebben door PFAS. Niet alles is hiermee opgelost, maar
dit is een grote stap. Het is nu vooral ook zaak dat de geboden ruimte benut
wordt. De PFAS-problematiek is zeer complex. Er kon en kan al heel veel wel,
maar het is in de praktijk soms ingewikkeld de mogelijkheden die er zijn te
benutten. Daar blijven we met man en macht aan werken.”
Meer kredietmogelijkheden voor bagger- en grondbedrijven
Het
kabinet wil daarnaast een vangnet voor gezonde bedrijven die door PFAS
tijdelijk mensen en machines niet aan het werk hebben. De overheid kan nu al
voor een deel garant staan voor bedrijven die een lening willen afsluiten, via
de Borgstelling MKB-kredieten. Het kabinet wil het deel waarvoor de overheid
garant kan staan verhogen. Dit gaat zo snel mogelijk in en betekent concreet
dat midden- en kleinbedrijven (MKB) uit bijvoorbeeld het grondverzet en de
baggersector, die geraakt zijn door de PFAS-problematiek, makkelijker aan
krediet kunnen komen.
In de toekomst voorkomen
Om
te voorkomen dat PFAS überhaupt in ons milieu komt, wil van Veldhoven een
verbod op alle niet essentiële toepassingen van de gevaarlijke stoffen die tot
de PFAS groep behoren. Dat is niet van de een op andere dag geregeld maar
Nederland is hier samen met andere EU-lidstaten mee aan de slag. Een aantal
PFAS is al aan regels gebonden. Zo is PFOS al vrijwel verdwenen en is
GenX op de lijst van ‘zeer zorgwekkende
stoffen’ (ZZS) geplaatst. Van Veldhoven wil daarnaast de aanpak voor niet genormeerde-
en zeer zorgwekkende stoffen tegen het licht houden: “Ik vind dat we moeten
kijken wat in de aanpak voor niet genormeerde- en zeer zorgwekkende stoffen
anders moet om in de toekomst deze problemen te voorkomen. We hebben zo snel
als mogelijk gezorgd voor oplossingen, maar in de praktijk kan dat voor sommige
bedrijven te lang zijn. Ik ga daarom kijken wat aangepast moet worden zonder af
te doen aan de veiligheid.”
Bron: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat