Mosselbanken zijn de koraalriffen van de Waddenzee. Zo trekken ze allerlei vissen, vogels en kleine organismen aan. Het grote geheim van deze aantrekkingskracht zit in de patronen die mossels vormen in een mosselbank. Het zijn natuurlijke patronen. Dit blijkt uit onderzoek van het NIOZ, de Radboud Universiteit en Duke University. NIOZ-onderzoeker Johan van de Koppel is zondag bij Vroege Vogels te gast om te vertellen over de bijzondere eigenschappen van deze natuurlijke patronen.
Biobouwers
Een mosselbank ontstaat als mossellarven zich in het voorjaar massaal op de drooggevallen getijdeplaten vestigen en uitgroeien tot kleine mosseltjes die zo samen een bank vormen. In zo’n bank ontwikkelt zich een duidelijke organisatie. Wanneer je ze vanuit de lucht bekijkt, valt direct op dat de bedden strepen vertonen. Daarbij liggen de mosselen in min-of-meer rechte banden van ongeveer 2-3 meter breed op de wadplaten. Binnen deze banden vormen mosselen weer een netvormig patroon, waarbij de mosselen lange strengen vormen van 2-3 mosselen dik. Met deze patronen werken mosselen, net als andere dieren zoals vissen in een school of vogels in een zwerm, nauw met elkaar samen. Zo kunnen ze én effectief voedsel vergaren, én elkaar beschermen tegen stormen en getijdenwisselingen.
Ruimtelijke structuur voor natuurherstel
Uit het onderzoek blijkt dat de ruimtelijke structuur van mosselpatronen het omringende ecosysteem weerbaarder maakt tegen verstoringen. De mosselbanken zijn dus goed voor het natuurherstel. In de natuur zijn veel meer voorbeelden van dit soort natuurlijke patronen. Denk bijvoorbeeld aan de wiskundig gelijke duinenrijen. Onderzoekers kijken nu hoe ze natuurlijke ruimtelijke structuren in kunnen zetten om natuurherstel te bevorderen.