De Vlaamse kant van het Zwin is naast natuurgebied ook educatief park. Vlak na de oprichting van het park door Graaf Léon Lippens in 1953, werd een vrijvliegende ooievaarskolonie hier opgericht. Het ging lange tijd namelijk heel slecht met de ooievaar. In Nederland waren er slechts enkelen over en in België is de vogel zelfs helemaal uitgestorven. Dit kwam omdat er in die tijd veel op geschoten werd.
Terugkeer van de ooievaar
De oorspronkelijke ‘startgroep’ van het Zwin bestond uit zes vogels. Over de jaren werden meer vogels geschonken en aangekocht en in 1964 ondernam een koppel een eerste nestpoging. De daarop volgende jaren kende de voortplanting bij de ooievaars in het Zwin een wisselend succes, maar op de lange termijn bleef het aantal nesten gestadig toenemen. In 2001 telde het vogelpark wel 26 nesten en dit jaar zitten er 13 paren. De jaren met een lager kweeksucces zijn vaak gekenmerkt door overwegend vochtig en kil voorjaarsweer.
Zenderen van kuikens
In 2019 ging het Zwin Natuur Park van start met een zenderproject bij ooievaars, in samenwerking met BeBirds, de vogelringdienst van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen. In dat eerste jaar werden drie jonge ooievaars voorzien van een klein zendertje op de rug. Dankzij dat zendertje konden de vogels vanaf dan dagelijks gevolgd worden, van achter de computer. In 2020 werden nog eens vier nieuwe jonge ooievaars van een zender voorzien. In totaal zijn er dus zeven vogels geringd: Emily, Reinout, Hadewijch, Guido, Kris, Cora en Esperanza. Dat heeft een schat aan informatie over de bewegingen van deze ooievaars opgeleverd.