Overwinterende Aalscholvers stabiel in aantal

De beste manier om erachter te komen hoeveel Aalscholvers zich in de winter in de provincie ophouden, is het tellen van de aantallen op slaapplaatsen. Aalscholvers zoeken in de namiddag vaste plekken op waar ze gezamenlijk overnachten. Dergelijke slaapplaatsen van vogels in Fryslân worden met regelmaat onderzocht door de Slaapplaatsentelgroep Fryslân, een werkgroep van de Fryske Feriening foar Fjildbiology. In het nieuwste nummer van het Friese natuurtijdschrift Twirre presenteerde de telgroep de resultaten van recent uitgevoerde slaapplaatstellingen van Aalscholvers in het Friese binnenland.

Zowel in de winter van 2003/04 als 2006/07 trokken ruim dertig vrijwilligers in het Friese binnenland er opuit. Werden drie jaar terug 24 slaapplaatsen ontdekt, in de afgelopen winter waren het er ruim dertig. Terwijl meer slaapplaatsen werden ontdekt, kwamen de totale aantallen Aalscholvers overeen met drie jaar terug. Meer slaapplaatsen betekende dus niet automatisch meer Aalscholvers. Het aantal overwinteraars lijkt daarmee stabiel.

In de najaarsmaanden zijn de meeste Aalscholvers aan te treffen. In september en oktober werden zo’n 12.000 exemplaren geteld. In de wintermaanden nam het aantal af naar ruim 5500 in januari. Een deel van de vogels houdt zich dan zuidelijker op of zijn alweer op weg naar broedgebieden in Denemarken en Duitsland. In vergelijking met landelijke aantallen op slaapplaatsen herbergt Fryslân een kleine twintig procent van het aantal overwinteraars. Daarmee is de provincie belangrijker voor overwinterende Aalscholvers dan voor broedende Aalscholvers. Fryslân telt slechts 2200 broedparen, nog geen tien procent van het landelijke aantal.

De meeste Aalscholvers op slaapplaatsen werden geteld op de IJsselmeerkust. Vooral de Warkumerwaard, Bocht fan Molkwar, Steile Bank en het Woudagemaal zijn van belang. Hier overnachten de vogels grotendeels op zandbanken en strekdammen. Meer landinwaarts zijn het Sneekermeer, de Alde Feanen, De Deelen en de Rottige Meente belangrijke overnachtingsplekken. Aalscholvers slapen hier in bomen die over het water hangen. Ook op de rand van steden wordt overnacht, zoals in het Rasterhoffpark in Sneek. Opvallend is ook het overnachten in hoogspanningsmasten, zoals bij Franeker.

Bron: Twirre