In de collectie van het Natuurhistorisch Museum in Maastricht ligt al 20 jaar een bijzonder fossiel: een 66,7 miljoen jaar oud schedeltje dat verwant is aan onze kip en gans. In 2000 werd het in de Sint-Pietersberg gevonden, maar pas bij een recente scan bleek dat het gaat om een tot nu toe onbeschreven soort: Asteriornis maastrichtensis. Dat dit een unieke vondst is, werd pas duidelijk toen de fossiele resten door de CT-scan werden gehaald. John Jagt, paleontoloog van het museum, legt uit waarom het zo lang duurde en wat deze vondst betekend voor de wetenschap.
‘Wonderchicken’
Dit fossiel is van groot belang omdat het de vroegste stadia van de evolutie van moderne vogels illustreert. Het was nauw verwant aan de gemeenschappelijke voorouder van de groep die nu kippen, eenden en ganzen omvat, de Galloanserae. De nieuwe soort combineert kip- en gansachtige trekjes en is om die reden uniek. Deze vondst werpt een heel nieuw licht op de stamboom van de moderne vogels. Ze wordt liefkozend ook wel ‘Wonderchicken’ genoemd.
Wereldnieuws
Het fossiel werd gevonden door Maarten van Dinther, werkzaam aan het Leids Universitair Medisch Centrum. Paleontoloog Dr. John Jagt van het Natuurhistorisch Museum over deze vondst; "De scherpe blik van Maarten van Dinther heeft ons een fantastisch cadeautje opgeleverd – dit is wereldnieuws!" Pas afgelopen jaar bleek hoe bijzonder het eigenlijk is. Bij het maken van hoge resolutie CT-scans door de onderzoeksgroep van Dr. Daniel Field aan de Universiteit van Cambridge ontdekte men dat het een nog onbeschreven soort voorstelde: Asteriornis maastrichtensis.
Een vergelijking met recente vogels doet vermoeden dat Asteriornis rond 390 gram gewogen moet hebben. Het was een dier dat zich mogelijk langs de kust van de subtropische zee ophield. In tegenstelling tot de visetende vogels (Ichthyornis groep) uit de Sint-Pietersberg had het nieuw beschreven dier geen tanden.
Waar te zien?
Van het type exemplaar, dat nummer NHMM 2013 008 draagt, wordt een uitvergrote 3D print van de schedel in het Natuurhistorisch Museum Maastricht tentoongesteld. Dat kan helaas pas als het museum weer opengaat. Op dit moment is het museum, net als alle andere musea, gesloten. Het fossiel omvat ook nog andere onderdelen van het skelet, onder andere van de poten. De vier originele stukjes kalksteen met de niet-uitgeprepareerde botten blijven voorlopig nog even in Cambridge, omdat het onderzoek nog niet helemaal is afgerond.
Fossielen vondsten van de Asteriornis maastrichtensis
Al ruim 250 jaar wordt er in kalkstenen van de Sint-Pietersberg en omgeving naar fossielen gezocht. Vaak zijn dat kleine slakjes en schelpjes, zee-egels, krabben, koralen, inktvissen en haaien- en vissentanden, maar ook onderdelen van skeletten van Maashagedissen (mosasauriërs) en zeeschildpadden. Allemaal overblijfselen van dieren die in een ondiepe en warme zee leefden, tussen 68 en 66 miljoen jaar geleden. Fossielen van landdieren zijn in deze zee afzettingen uitermate zeldzaam, want de weg van het land, via de rivier, naar de zee is lang. Tot nog toe is maar een handjevol losse botten en tanden van planten- en vleesetende dinosauriërs en één enkel tandje van een zoogdiertje beschikbaar.
Net zo zeldzaam zijn fossiele resten van vogels. In 20022 werden bij elkaar horende wervels, botten, kaakdelen en één tand van een visetende vogel beschreven. Een paar jaar later werden daar nog wat spaarzame resten aan toegevoegd. Het artikel waarin het nieuw vogeltje als Asteriornis maastrichtensis wordt beschreven is recent gepubliceerd in het vooraanstaande vaktijdschrift Nature.