Het landgoed Mattenburgh op de Brabantse Wal bestaat uit twee delen. Aan de ene kant staat een groot landhuis met een enorme tuin in Franse en Engelse stijl, een oranjerie, een theekoepel, mooie statige bomen en twee zwarte zwanen die de wacht houden. Het andere deel van het landgoed, ten oosten van de A58 ziet er totaal anders uit. Niet opgeruimd en aangeharkt, maar juist zo rommelig mogelijk. Hier vind je een bosreservaat van zo’n 150 hectare.
Woeste grond
Dit ‘bos van Cuypers’ was lang een doorn in het oog van de plaatselijke bevolking. Want het was, ‘woeste grond’, dus niet in cultuur gebracht, het was ‘geen gezicht’.
De natuur mag in dit reservaat al meer dan 100 jaar zijn gang gaan. Daarmee is het waarschijnlijk ook het oudste bosreservaat van Nederland. In 1970 kocht het Brabants Landschap dit deel en zette het beheer van nietsdoen voort. Het werd ingericht als strikt bosreservaat. Bomen mogen sterven, omvallen of blijven staan. Er staat en ligt veel dood hout, veel meer dan in een regulier bos. Dat dode hout is bezaaid met paddenstoelen en heeft een voedingsbodem voor een rijke insectenfauna. Dankzij spontane verjonging is een goed ontwikkelde kruid- en struiklaag ontstaan.
Mossenparadijs
In dit, voor Nederlandse begrippen, stokoude bos komen veel verschillende soorten mossen tegen. Sterker nog, door al dat dode hout is het een waar mossenparadijs. De afgelopen jaren zijn al veel bijzondere soorten ontdekt. Milouska gaat gewapend met een loep, met Petra van der Wiel van FLORON op zoek naar de mossenrijkdom van het oudste bosreservaat van Nederland.