Meer dan zeshonderd soorten wantsen werden al vastgesteld in de Verspreidingsatlas Nederlandse Wantsen. In deze vierdelige boekenserie staat alle informatie over de vele wantsensoorten die in Nederland voorkomen. De serie is nu bijna compleet. Voor het vijfde en laatste deel dat in 2019 moet verschijnen worden op dit moment de laatste tien wantsenfamilies in kaart gebracht.
De insectendeskundigen van
Stichting EIS
, het kenniscentrum voor insecten, brengen alle wantsensoorten van Nederland in kaart. Een hele klus! Ze zijn daarom op zoek naar zoveel mogelijk waarnemingen. Met behulp van een handige
veldgids
kan iedereen helpen zoeken.
Herkenbare wantsen
Gelukkig zijn de laatste tien families de meest opvallende en herkenbare wantsenfamilies. Bijvoorbeeld de groene stinkwants, die met zijn herkenbare felgroene kleur in redelijk veel Nederlandse tuinen voorkomt. Ook moet de bladpootrandwants nog in kaart worden gebracht, deze wants duikt in veel huizen op.
Alle waarnemingen mogen worden gedeeld op de pagina van het wantsenproject op
waarneming.nl
.
Vanuit Noord-Amerika is de bladpootrandwants (ook wel bladpootwants genoemd) op onbekende wijze versleept naar Italië, waar ze in 1999 voor het eerst werd gesignaleerd. Van daaruit heeft ze zich in korte tijd verspreid over een groot deel van Europa. De exotische bladpootrandwants is niet gevaarlijk voor mensen maar toont een gelijkenis met de tropische
kissing bug
(een dodelijke wants die in Nederland niet is aangetroffen).
Wantsen behoren tot de snavelinsecten, waartoe ook de bladluizen behoren. Wantsen hebben een zuigsnuit waarmee ze een plant of dier leegzuigen. Volgens Vincent Kalkman van Stichting EIS kom je ze al snel tegen in bomen, struiken en in het water.