Evolutiebioloog Katja Peijnenburg was onlangs 45 dagen op zee om onderzoek te doen naar plankton. Haar reis met een wetenschappelijke mariene expeditie ging van Engeland tot de Falklandeilanden. Deze keer niet op zoek naar walvissen, haaien of albatrossen, maar naar het kleinste leven van de oceaan: plankton.
Veranderde omstandigheden
Peijnenburg was aan boord met een team wetenschappers om onderzoek te doen naar de invloed van de veranderende omstandigheden in de oceaan op het plankton. De wereldzeeën worden gemiddeld warmer en zuurder door klimaatverandering. De vraag is wat dit voor gevolgen heeft voor het leven in de zee.
Bron: Katja Peijnenburg
Planktonische slakken
Zoöplankton is een verzamelnaam voor alle dieren in het plankton. Dit zijn niet alleen hele kleine diertjes, want wetenschappers rekenen alles tot het plankton wat niet tegen de stroming in kan zwemmen. Dit kunnen ook hele grote kwallen of jonkies van zeedieren zijn.
Een belangrijk deel van dit onderzoek focust zich op de planktonische slakken, ofwel vleugelslakken. Deze dieren hebben prachtige namen als zeevlinder, zee-engelen en zeeolifanten. Door hun kwetsbare huisje van kalk zijn deze dieren waarschijnlijk een van de eersten die aangetast worden door chemische veranderingen in de oceaan. Peijnenburg wil weten hoe goed de slakken zich kunnen aanpassen aan de omstandigheden en wat de gevolgen zijn voor hun kalkhuisje.