Waddensteek
© Jasmijn Godding
Het lijkt een hoofdpijndossier voor minster Hermans van Klimaat en Groene Groei: gaswinning onder de Waddenzee bij het Friese Ternaard. Ze moest voor 1 januari besluiten of de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) daar een vergunning voor krijgt, maar liet vrijdag weten meer tijd nodig te hebben. Onder andere om met de NAM in gesprek te gaan. Ondertussen adviseert het Staatstoezicht op de Mijnen (SODM) om het niet te doen, zegt de Provincie Fryslân een rechtszaak aan te spannen en dreigt UNESCO om de werelderfgoed-status van de Waddenzee in te trekken als de vergunning doorgaat.
Een belangrijke bron van zorgen in de Tweede Kamer en daarbuiten is de invloed van gasboringen en de bijkomende bodemdaling op de ecologie van de Waddenzee. Verslaggever Gert Elbertsen gaat daarover in gesprek met ecoloog Allert Bijleveld van het NIOZ.
“De Waddenzee is niet voor niets als enige Nederlandse natuurgebied opgenomen in de werelderfgoedlijst van UNESCO”, zegt Bijleveld. “De zandplaten die twee keer per dag droogvallen zijn echt een vogelparadijs. Van kanoeten die in te winter op de droogvallende waddenbodem foerageren, tot scholeksters die afhankelijk zijn van de kwelders om te broeden.”
Onder de zeebodem zitten bellen aardgas, die de NAM dus vanuit Ternaard aan wil boren. Wanneer je dat aardgas onttrekt, zakt de bodem van de Waddenzee in, met allerlei gevolgen vandien. “Op Ameland, waar al jaren geboord wordt, is de bodemverzakking op sommige punten wel veertig centimeter” ligt Bijleveld toe. “Op het moment dat de bodem verzakt, wordt het waterpeil effectief hoger. Dan vallen minder grote stukken van het wad droog en overstromen de kwelders.
Met als gevolg dat vogels een kleiner gebied hebben om te foerageren, en nesten in de kwelders worden weggespoeld.” Eerder dit jaar werd inderdaad wetenschappelijk aangetoond dat de populatie scholeksters rondom Ameland en Schiermonnikoog met ruim 20% is afgenomen door aargasboringen. “Ook van veel andere soorten zien we dat het risico op overstroomde nesten toeneemt” zegt Bijleveld. “Neem bijvoorbeeld de kleine mantelmeeuw. Het risico op een overstroomd nest is voor die soort acht keer zo hoog geworden door gasboringen.”
Op het wad
© Jasmijn Godding
“Daar komt bij dat de Waddenbodem niet alleen verzakt, die wordt ook weer aangevuld met nieuw sediment. Dit compenseert de diepe bodemdaling deels, maar verandert ook de samenstelling”, vertelt Bijleveld. “Afgelopen jaar heeft het NIOZ aangetoond dat de gemiddelde zandkorrel in het gebied waar naar aardgas wordt geboord 10% kleiner is geworden en de wadplaten in het bodemdalingsgebied modderiger zijn dan elders.” Met een wadsteek demonstreert Bijleveld dat in de zandplaten beestjes als zeeduizendpoten en kokkels leven. Populaire hapjes, bijvoorbeeld voor rosse grutto’s en scholeksters.
“Dieper in de bodem leven weer andere soorten, zoals de zandzagers” vertelt Bijleveld terwijl hij in de waddenbodem wroet. “We zien dat de bodemsamenstelling en het bijbehorende bodemleven in de bodemdalingsgebieden veranderd. De soorten die dieper in het wad thuishoren nemen toe, terwijl soorten van de oppervlakte achteruitgaan. Ook sommige vogelsoorten, die afhankelijk zijn van bodemdieren uit de oppervlakte, ondervinden daar weer nadeel van."
Zowel de NAM als Sophie Hermans heeft eerder aangegeven de gasboringen alleen door te zetten wanneer dit geen schade aan de natuur brengt. Zij gaan hierbij uit van het zogeheten hand-aan-de-kraan-principe. Ofwel: wanneer zich (ecologische) problemen als gevolg van de bodemdaling voordoen, wordt de gaskraan dichtgedraaid. “Dat die ecologische gevolgen er zijn, is nu duidelijk”, zegt Bijleveld.
“Daar komt bovenop dat je eigenlijk al te laat bent wanneer je de kraan pas dichtdraait op het moment dat ecologische veranderingen bewezen zijn. Je kunt dan niet zomaar terug. En de bodemdaling ijlt ook nog eens na. In andere woorden: het hand-aan-de-kraan-principe werkt niet.” Bijleveld zou Hermans dan ook op het hart willen drukken om dit mee te nemen in haar overwegingen.
Waddenzee op de vroege ochtend
© Fotograaf Ron Meijer
“In de Provincie Fryslân is alles in gereedheid gebracht om tegen de vergunning te procederen als deze doorgaat”, vertelt gedeputeerde Friso Douwstra. “Ik snap dat mensen op nationale schaal energievraagstukken hebben, maar hoeveel wil je daarvoor op het spel zetten?” vraagt hij zich af. “De boringen in Ternaard moeten volgens de wet sowieso in 2037 stoppen, het SODM raadt het af, de gasbubbel zou Nederland slechts twee maanden van gas voorzien. Maken we dan de juiste keuze door daarin te gaan boren?”
Veel politieke partijen in Friesland maken zich zorgen. Onlangs stelde zij het manifest ‘Maak van Fryslân geen mijnbouwparadijs’ op. Douwstra legde dat manifest voor in Den Haag. “Op dit moment zijn de Mijnbouwwetten achterhaald, is bewijslast over problemen door gaswinning zeer onduidelijk en komen de opbrengsten van de gaswinning de provincie niet, of nauwelijks ten goede. We willen hier geen Groningen 2.0 worden”, legt hij uit. “En die problematiek gaat verder dan alleen Ternaard. Ook in andere, gevoelige gebieden waar al problematiek met water is, worden doodleuk nieuwe aanvragen voor gasboringen ingediend”.
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.