Utrechters kennen het gebouw als de Inktpot; het grote bakstenen hoofdkantoor van Prorail - voorheen de NS. Dit karakteristieke rijksmonument met zijn 22 miljoen bakstenen, kent meer gebruikers dan alleen de werknemers van het spoorbedrijf. Geschat wordt dat er zo'n 500 tot 5.000 gewone dwergvleermuizen overwinteren in de spouwmuren, stootvoegen en ventilatie-openingen van deze moderne baksteenrots. In de zomermaanden komen de vleermuizen van wel twintig kilometer afstand hier alvast poolshoogte nemen. Met honderden tegelijk zwermen ze rond het gebouw, landen heel even op de muur of kruipen voor enkele minuten naar binnen, om daarna weer terug te vliegen naar hun zomerverblijfplaats.
Vleermuisdeskundige Marcel Schillemans van de Zoogdiervereniging legt uit dat het gebouw zo geschikt is om te overwinteren door zijn constante temperatuur. Want dat is wat vleermuizen willen - een temperatuur iets boven de nul graden. Het moet namelijk ook weer niet te warm zijn, want dan worden ze te actief en hebben ze voedsel nodig. En in de wintermaanden zijn er nauwelijks insecten.
Met een batdetector is het geluid van vleermuizen hoorbaar te maken. Het zwermen geeft een typisch snel ritselend geluid, dat op late zomeravonden waar te nemen is op en rond het gebouw. En met een sterke zaklamp is het zwermgedrag ook goed zichtbaar rond de toren van de Inktpot.