Nederland heeft er officieel een lieveheersbeestje bij: het ongevleugeld lieveheersbeestje. Dat was vanmorgen te horen in het VARA-programma Vroege Vogels op NPO Radio 1. Er zijn twee populaties gevonden: in Friesland en in Overijssel. Het beestje is oranjebruin met een duidelijk zwarte kop. Het lieveheersbeestje heeft geen vleugels en kan dus niet vliegen. De vraag is natuurlijk: hoe verplaatst het zich?
Het ongevleugeld lieveheersbeestje, wetenschappelijke naam
Cynegetis impunctata
, werd in 2014 al ontdekt in de buurt van Ommen. De soort wordt voornamelijk aangetroffen op de hogere delen van taluds van dijken en wegbermen in het noorden van het land. Het is onduidelijk of het voorkomen van dit lieveheersbeestje berust op een recente vestiging of dat de soort lange tijd over het hoofd is gezien.
In Nederland zijn ongeveer 60 verschillende lieveheersbeestjes. Volgens expert Vincent Kalkman van EIS Kenniscentrum Insecten is het ongevleugeld lieveheersbeestje minder opvallend dan de meeste andere soorten. “Hij zit in vrij saaie grasvegetaties, als je rondkijkt zie je ze niet snel. Maar als je gaat slepen met een net dan blijken er soms behoorlijke aantallen te zitten”, aldus Kalkman in Vroege Vogels. De soort blijkt nu al vrij wijd verbreid te zijn in Nederland en zou dus tenminste enkele jaren al aanwezig moeten zijn geweest.
De ongevleugelde soort kan tijdens maaiwerkzaamheden en hoogwater via waterlopen over kortere of grotere afstanden getransporteerd worden. Als het een vestiging betreft die in de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden zou die mogelijk via de Overijsselse Vecht of het Kanaal Almelo-Nordhorn hebben plaatsgehad. Of de Friese populatie uit een andere bron afkomstig is zullen onderzoekers vermoedelijk pas na genetisch onderzoek te weten komen.