Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

O.C. Hooymeijer: Friesland

  •    •  
14-05-2023
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
1284 keer bekeken
  •  
ochooymeijer

Meer dan 25 jaar geleden vertrekt beeldend kunstenaar O.C. Hooymeijer met zijn gezin uit Amsterdam. Weg van de gierende tramlijnen, toeterende taxi’s, scheldende automobilisten. In zijn eerste column voor Vroege Vogels beschrijft hij de stilte van het Friese platteland.

Lees hieronder de gehele column:

In 1997, het jaar dat de laatste Elfstedentocht werd verreden, verhuisde ik samen met mijn vrouw Annet en ons eenjarig dochtertje Bibi van hartje Amsterdam naar hartje Nijetrijne, Zuidoost-Friesland. Na 18 jaar verruilden we ons appartement en mijn atelier aan de Sarphatistraat voor een in originele staat verkerende, ruim 100 jaar oude Friese Stelpboerderij.

Weg van de voor de drukke kruising van het Weesperplein afremmende en weer optrekkende gierende tramlijnen, toeterende taxi’s, scheldende automobilisten en de met zwaailicht en sirene naar de plaats delict racende politieauto’s en ambulances.

We gingen voor de overweldigende stilte van het Friese platteland. Voor de gezonde buitenlucht en de oneindige vergezichten met natuurlijk de kievieten, grutto’s, tureluurs, scholeksters, boerenzwaluwen en de hoog aan het zwerk zingende veldleeuweriken!

Zo betrokken we onze nieuwe stee aan de Lindedijk, gelegen aan het rustig voortkabbelende riviertje de Linde. Uiteraard abonneerden we ons direct op de lokale krant: De Stellingwerf, vernoemd naar de gemeente Weststellingwerf, waar we voortaan inwoner van zouden zijn. Toen ik het eerste exemplaar op een mooie voorjaarsdag uit de bus viste, trof mij op de voorpagina de kop: ‘Siereend ontvreemd uit voortuin Wolvega’. Nou, hoe veilig en onschuldig wil je het hebben!

Daar onze kennis van het Fries niet verder ging als heit, mem, pake, beppe en “it geht on”, waren we aangenaam verrast dat men hier geen Fries, maar Stellingwerfs sprak. Een soort (en ik moet nu oppassen dat ze mij niet met pek en veren het dorp uitdragen) krom Nederlands, dat overigens prima te volgen is. Zo hoor ik bij de bakker menigmaal de volgende conversatie: Wie dan? Ik maar.. Mag ik wel een half bruin en een heel wit? Gesneden? Ja maar. Anders nog? Nee so maar! Mooi, doen we het eerst zo.

Die ‘Stellingwerver’ komt overigens niet graag over de Tsjonger, het riviertje dat de grens vormt tussen Friesland en Stellingwerf. ‘Daar moet je niet wezen, daar is ’t niet best, daar wonen de ‘’Diep Friezen”.

Na negen jaar op de Lindedijk te hebben gewoond en gewerkt, overleed ons dochtertje. We overwogen heel serieus om met onze inmiddels vierjarige zoon naar een stille berg in Frankrijk te vluchten. Uiteindelijk bleek Weststellingwerf toch onze basis. We verhuisden naar het op steenworp afstand gelegen dorp Spanga, aan de rand van Natura 2000-gebied ‘De Rottige Meente’. Een ronduit schitterende plek, waar de kiekendieven zowat een scheiding in je haar vliegen en de roerdomp je met zijn gehump uit je slaap houdt.

Mijn verwachtingen qua natuur, heb ik, zoals u zult begrijpen, de afgelopen 25 jaar aardig moeten bijstellen. Daar waar ik als stadsmens dacht in een waar vogelparadijs terecht te komen bleek dit een agrarisch industrieel landschap te zijn. U kent het vast wel, die uitgestrekte voor de intensieve landbouw geschapen groene grasvlaktes. Waar geen enkele weidevogel iets te zoeken heeft.

Ik ben inmiddels de 65 gepasseerd en denk niet dat ik Friesland, en dan met name Weststellingwerf, ooit nog verlaat. Ja, tussen de bekende zes planken. In de 10, 15 jaar die ik wellicht nog te gaan heb, hoop ik dat de ingezette transitie van de landbouw doorzet en dat mijn laatste reis uiteindelijk langs geurende, bloemrijke, plas-dras weilanden met zoemende bijen en tevreden grazende koeien zal gaan.

Uitgezwaaid door kieviten, grutto’s, tureluurs, scholeksters, boerenzwaluwen en veldleeuweriken, om dan, nadat ik node de Tsjonger ben overgestoken, het crematorium ligt immers in Heerenveen, in ‘Fryslân’ te worden verwelkomt door Ljippen, Skriezen, Tsjirken, Strânljippen, Boereswelsjes en fansels de heech oan it zwerk lûd sjongende Ljurken.

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.