Boswachter Albert Worst van Staatsbosbeheer Súdeast-Fryslân vond woensdag 5 september in de Brandemeer een nieuwe vindplaats van de ernstig bedreigde grote vuurvlinder. Dit duidt erop dat de kwetsbare populatie langzamerhand een veiligere basis krijgt in Friesland.
De grote vuurvlinder komt maar op drie plaatsen voor in Nederland: de Rottige Meente, Brandemeer en De Weerribben. Er is altijd zorg of de populaties groot genoeg zijn om het te redden in deze laagveengebieden. De nieuwe vondst stemt optimistisch over de robuustheid van de kleinste van deze populaties.
Brandemeer
Dat de vondst nu juist in de Brandemeer werd gedaan is een grote verrassing én geruststelling voor Staatsbosbeheer en De Vlinderstichting, die samen met lokale vrijwilligers de monitoring van de soort uitvoert. Nadat er vorig jaar
per abuis een sloot volledig was geschoond en daarmee mogelijk het grootste deel van de populatie van de grote vuurvlinder was verdwenen
, blijkt nu dat de populatie zich op verrassende wijze heeft uitgebreid. Er werden in Brandemeer dit jaar juist meer eitjes geteld dan voorgaande jaren. Nu er ook nog een nieuwe vindplaats is gevonden, kilometers verderop, stemt het optimistisch over de toekomst van de zeldzame vlinder in Zuidoost Friesland.
Profijt van droge zomer
De grote vuurvlinder heeft duidelijk geprofiteerd van de warme en droge zomer. Er heeft zich een zogenaamde tweede generatie kunnen ontwikkelen: zowel in juli als in september zijn er vlinders waargenomen. Voor de grote vuurvlinder in de Rottige Meente en Brandemeer is dit een zeldzaam verschijnsel. Afgelopen weekend werden maar liefst 23 vlinders geteld tijdens maaiwerkzaamheden. Zulke aantallen vlinders van deze soort worden nooit gezien, zelfs niet bij de eerste generatie.