Een pinguïnfossiel dat in 2006 werd ontdekt door een groep Nieuw-Zeelandse kinderen op excursie, is volgens onderzoekers afkomstig van een nog niet eerder ontdekte prehistorische reuzenpinguïn. Het dier wordt beschreven in het vakblad Journal of Vertebrate Paleontology.
De groep hoorde bij een natuurclub voor jongeren en was op veldexcursie op zoek naar fossielen, toen het de botten van de pinguïn vond. In 2017 doneerde de club de botten aan het Waikato Museum, dat Amerikaanse experts de resten liet onderzoeken.
Kairuku-pinguïns
De experts ontdekten dat de resten behoren tot een soort die tussen de 27,3 miljoen en 34,6 miljoen jaar geleden leefde. Het dier valt onder het geslacht van de uitgestorven Kairuku-pinguïns, waarvan meerdere soorten in 2012 werden ontdekt in Nieuw-Zeeland. De grootste Kairuku was ongeveer 1,5 meter hoog.
De nieuwe soort heeft echter langere poten, waardoor onderzoekers het "Kairuku waewaeroa" hebben genoemd. "Waewaeroa" betekent "lange poten" in de Maori-taal. Mogelijk was het dier zo’n 1,4 meter hoog.