Duizenden jaren geleden bestond West-Nederland uit moerasgebieden. Het natte gebied was een ideale plek voor moeras- en weidevogels. Door drooglegging voor menselijke bewoning en landbouw hebben deze vogels veel minder leefgebied gekregen. De laatste jaren worden er steeds vaker nieuwe natte natuurgebieden aangelegd, en met succes.
Diepe polder
De polder van Groot Mijdrecht, naast het natuurgebied Botshol, is een van de diepste polders van Nederland. Het water moet worden weggepompt omdat bewoners anders natte voeten krijgen. Door het ontwateren van de polder, krimpt de oude veenbodem steeds verder in. Er moet dan nog harder gepompt worden om de polder droog te houden.
Waverhoek
Op een aantal stukken wordt er in de polder stukken grond omgevormd naar natuurgebied. Tien jaar geleden is er in de noordoostkant van polder Groot Mijdrecht een gebied omgevormd naar moerasgebied. Het gebied, genaamd Waverhoek, is omrand met een kade van klei zodat het waterpeil hoger kan liggen dan in het omringende gebied. Door het waterpeil wat te verhogen is er een laagveenmoeras gecreëerd.
Het gebied is een succes. Het hele jaar rond vind je hier vogels. Watersnippen zoeken er naar voedsel, en af en toe zitten er lepelaars. In het riet zitten veel rietvogels. Door het wisselende waterpeil is het een dynamisch gebied.
Nieuw moeras
Op dit moment worden er even verderop nog een aantal nieuwe moerasblokken aangelegd. Er worden allerlei werkzaamheden uitgevoerd om de natuur in het gebied “een zet van vijftig jaar de goede kant op te geven”, volgens adviseur natuur en landschapstechniek Jochem Bongers. Er worden plas-dras vlakken gemaakt en de sloten krijgen natuurlijke oevers.