In de bossen bij Heeze leven neushoornkevers in een enorme berg houtsnippers. De temperatuur blijft in de broeiende hoop aangenaam constant, precies waar de larven van de kever van houden.
De neushoornkever is erg zeldzaam in Nederland. In ons land zit hij aan de noordelijke grens van zijn verspreidingsgebied. In Midden- en Zuid-Europa is deze indrukwekkende kever veel talrijker.
Broeierige plek
Hij legt zijn eieren graag op een plek waar het warm kan worden, zoals een composthoop, waar de temperatuur op sommige plekken kan oplopen tot wel 60 graden Celsius. De larven zoeken naar een plekje waar het een aangename 25 à 30 graden is. Daar brengen de larven enkele maanden door voordat ze verpoppen tot kever. Het mannetje krijgt dan de indrukwekkende neushoorn die de soort zijn naam bezorgt. Het vrouwtje krijgt deze hoorn niet.
In de composthoop leven de neushoornkevers vooral van houtsnippers met witrot, een schimmel. De schimmel verteert de delen van het hout die de larve niet zelf kan verteren. Een grotere larve leidt ook weer tot een grotere kever.
Cameraval
De neushoornkevers in Brabant werden gevonden bij een particulier en zijn met hoop en al verplaatst naar het bos bij Heese, waar boswachter Mari de Bijl van het Brabants Landschap er een cameraval bij heeft gehangen. Er komen regelmatig gasten voorbij die wel een eiwitrijke larve lusten: dassen, vossen en zelfs bosuilen laten zich zien op de camera.