Een imposantere geit dan de Nederlandse landgeit is nauwelijks voorstelbaar.
In Nationaal Park de Maasduinen lopen verschillende soorten grote grazers, zoals Galloways en kempische heideschapen, maar het opmerkelijkst zijn toch wel de Nederlandse landgeiten. Daarvan hebben de bokken indrukwekkend lang haar en imposante, liervormige horens.
In de jaren zestig was deze geitensoort bijna uitgestorven in ons land, maar de Rotterdamse dierentuin Blijdorp is met de laatste exemplaren gaan fokken en nu zijn er weer genoeg. Vroeger heette hij nog de Veluwse landgeit, maar sinds de Zeeuwse en Drentse landgeit zijn uitgestorven, spreken we over Nederlandse landgeit.
Van die geiten moeten twee keer per jaar de hoeven worden gekapt: nagels knippen in het groot. Zou je dat niet doen, dan groeien die hoeven door en worden de dieren kreupel. Na zo’n stevige ‘knipbeurt’ kunnen de dieren er weer even tegen en kunnen ze door met hun nuttige werk: de hei kort houden.