Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.
Natuurtransplantatie
08-07-2016
•
leestijd 2 minuten
•
100 keer bekeken
•
Wanneer landbouwgrond weer natuur moet worden, wordt doorgaans eerst de voedselrijke bovenlaag, met alle resten van mest, eraf gehaald. Maar daarmee is de bodem nog niet meteen geschikt voor natuur. De sleutel zit waarschijnlijk in de vele bacteriën en schimmels die een bodem karakteriseren. Daarom onderzoekt bodemecoloog Martijn Bezemer, van het Nederlands Instituut voor Ecologie in Wageningen, of je de ontwikkeling een beetje kunt sturen door een beetje grond uit een ander natuurgebied te ‘transplanteren’.
Terreinbeheerders proberen al veel langer om natuurontwikkeling een beetje te sturen, door maaisel uit andere gebieden uit te strooien in nieuwe terreinen, weet Bezemer. ‘De gedachte daarachter is natuurlijk dat dat maaisel ook veel zaden en “stekjes” bevat van planten die je graag in je nieuwe gebied wilt hebben. Maar in de praktijk blijkt dat vaak toch niet zo te werken. Ons idee is dat daarbij een belangrijke stap wordt vergeten: de bodem!’
In eerdere experimenten hebben de onderzoekers van het NIOO, in samenwerking met Natuurmonumenten al laten zien dat ze door middel van een transplantatie van plagsel uit heideterreinen de ontwikkeling van nieuwe natuur beter kunnen sturen. Bezemer: ‘Als je niet alleen maaisel, maar met het plagsel ook de bodem van die heideterreinen uitstrooit, krijg je op maagdelijke terreinen veel sneller heidenatuur terug dan wanneer je alleen maaisel uitstrooit.’
In dit nieuwe experiment willen Bezemer en zijn collega’s kijken of ze de sturing nog wat nauwkeuriger kunnen doorvoeren. ‘We hebben hier nu honderd proefvlakken gemaakt van twee bij twee meter. Daar halen we eerst alle onkruiden vanaf. Op de zwarte grond brengen we vervolgens een heel dun laagje grond dat we op specifieke stukjes uit de Dennekamp hebben weggehaald. Hier een stukje waar breedbladige planten groeiden, daar een beetje grond waar verschillende grassoorten op hebben gestaan. Onze vraag is nu: kunnen we de nieuwe natuur ook op plantniveau sturen? Kunnen we met dat dunne laagje grond ook de specifieke bacteriën en schimmels transplanteren die bij de rijkere natuur horen?’