Op een terrein dichtbij Callantsoog in Noord-Holland staan zoveel blauwgroen trechtertjes dat het nauwelijks om hier te lopen zonder op de trechtertjes te trappen. Het blauwgroen trechtertje was uiterst zeldzaam, maar dankzij natuurontwikkeling in dit gebied zijn de trechtertjes hier volop te zien.
Klein en blauw
Voornamelijk in het voorjaar is het blauwgroen trechtertje te zien. Ze zijn klein van stuk met hoedjes van maximaal een centimeter doorsnede. Ondanks het kleine formaat, vallen ze goed op door hun unieke blauwgroene tot grijsgroene kleur.
Blauwgroen trechtertjes zijn vooral bekend omdat ze op geschikte terreinen in groot aantal kunnen worden aangetroffen. Zo'n terrein bevindt zich aan de Zuidschinkeldijk vlak bij Callantsoog, een terrein waar door Natuurmonumenten op voormalig boerenland aan natuurontwikkeling wordt gedaan.
Rode Lijst
Tot eind jaren negentig werd het blauwgroen trechtertje
(Omphalina chlorocyanea
) gezien als zeldzaam en stond het op de vorige Rode Lijst als ernstig bedreigd . De plotselinge toename van dit trechtertje sinds 2001 is te danken aan de toename van natuurontwikkelingsprojecten. Vermeste bodems zijn gesaneerd. De toplaag is afgegraven en afgeplagd waardoor voedselarme, schone en vaak iets zure bodem aan de oppervlakte komt. Als de bodem nog vochtig genoeg is, kunnen soorten als het blauwgroen trechtertje hier enkele jaren van profiteren.
Pionier
Het blauwgroen trechtertje is namelijk een pionier van schaars begroeide, voedselarme bodems. Deze begroeiing heeft een tijdelijk karakter, en verandert onder andere door de natuurlijke dynamiek en stikstofdepositie. Na hooguit vier jaar zal het trechtertje daardoor weer verdwijnen, samen met de andere pioniervegetatie.