Geuldal bij Epen
© JurgenMaassen
Het is bijna een jaar geleden dat het Limburgse Geuldal getroffen werd door grote overstromingen. Bureau Stroming onderzocht in opdracht van Natuurmonumenten hoe het hoogwater kon ontstaan en in hoeverre natuurlijke maatregelen zulke noodsituaties zouden kunnen voorkomen.
Na drie droge zomers werd Limburg in juli 2021 plots overvallen door extreme regenval, met overstromingen als gevolg. Het mondde uit in een van de grootste watersnoodrampen die ooit in Limburg heeft plaatsgevonden.
Toch blijkt uit het onderzoek van Bureau Stroming dat tachtig procent van de gevallen neerslag in het Geuldal niet afstroomde naar beken en de Maas. Het werd juist opgevangen en vastgehouden in de bodem, en daarbij vertraagd door vegetatie. In het Waalse gedeelte van het Geuldal gebeurde het ook, maar wel in mindere mate: 50 tot 65 procent van het water werd geborgen in de bodem.
Het helpt tegen overstromingen, maar ook tegen verdroging als regendruppels langer vast worden gehouden op de plek waar ze vallen en daar vertraagd de bodem in zakken. Uit het onderzoek blijkt dat vooral de open dalvlakte veel water heeft opgevangen, omdat beken daar konden overstromen. “Het is van groot belang de dalvlakte open te houden en te voorkomen dat deze wordt volgebouwd, en dus ook vrij te houden van kades”, vertelt Guido Franck, boswachter Natuurmonumenten in het Geuldal.
Hij vervolgt: “We kunnen nog veel meer water vasthouden door de beken de ruimte te geven en ze te laten meanderen door het landschap.” Ook door boomstammen in het water te laten liggen, drainage te verwijderen en graften (een knik in een helling) te herstellen, kunnen de beken beter functioneren.
De snelle afvoer van water kan zorgen voor overstromingen stroomafwaarts. Maisakkers, ondiep liggend hard gesteente maar vooral verhard oppervlak zorgen voor die snelle afvoer. Daarom moet het water dat over wegen afstroomt teruggeleid worden naar de berm en zouden de akkers op hellingen moeten worden omgezet naar kruidige graslanden, als het aan Franck ligt. “Zo brengen we mét de natuur de sponswerking in ons landschap weer terug.”
Die sponswerking van de natuur wordt ook wel klimaatbuffer genoemd. Om een natuurgebied als klimaatbuffer te laten functioneren, zijn ook maatregelen buiten het gebied nodig. Zeker in het Limburgse Heuvelland, waar het een groot gebied betreft, gaat het over de natuurlijke inrichting van het totale landschap, niet alleen van natuurgebieden.
Ook van je eigen tuin kan je een klimaatbuffer maken, en een bijdrage leveren aan betere afvoering van het regenwater. Natuurmonumenten heeft een aantal tips bij elkaar gezet om mee aan de slag te gaan.
Bron: Natuurmonumenten
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.