Van de dertien Europese uilensoorten komen er maar liefst elf in Nederland voor. Reden voor uilenkenner Ronald van Harxen om een boek te schrijven waar niet alleen al deze soorten uitvoerig worden beschreven, maar waarin hij ook z’n persoonlijke avonturen beschrijft wanneer hij in Nederland op zoek gaat naar deze uilensoorten. Van de kleinste soort – steenuil – tot de grootste – de oehoe. “Alleen de velduil heb ik niet gezien, daar moet je geluk voor hebben.”
Zelf inventariseert Ronald de uilen rond zijn woonplaats Winterswijk in de Achterhoek, en helpt hij boeren een handje die steenuilenkasten op hun erf willen. Een streek die volgens hem bij uitstek geschikt is voor uilen, vanwege het kleinschalige, afwisselende landschap. “Enerzijds het cultuurlandschap met verspreid liggende boerderijen, en overals bosjes. En dat betekent goed voor de steenuilen en de bosuilen”. En dan zit er ook nog wel eens een kerkuil in een boerenschuur.
Behalve de soortenbeschrijvingen en de persoonlijke passie van Van Harxen, beschrijft hij ook de overeenkomsten en de verschillen tussen de soorten. Er zit heel veel verschil in menukeuze: “Je kunt je voorstellen dat als een oehoe alleen van muizen moet leven, dan heeft ie wel een klusje om daar vier grote jongen mee te voeden, terwijl voor een steenuil muizen ruim voldoende voedsel vormen”. Eén van die overeenkomsten is dat bij alle uilen de ogen allebei naar voren staan en ze je recht lijken aan te kijken. Volgens Ronald van Harxen is dat één van de aantrekkingskrachten van uilen.
“Uilen in Nederland” – Ronald van Harxen – KNNV Uitgeverij
Een tijdje geleden maakte verslaggever Gert ook een reportage met Ronald van Harxen over een ware uilensoap in de Achterhoek. Bekijk onderstaand filmpje of beluister de reportage.
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.