Het gedrag en de timing van zangvogels verandert als er ’s nachts licht op hun nestkast schijnt blijkt uit onderzoek. “Ze slapen ook figuurlijk lichter, maken langere dagen en koolmezen lijken bijvoorbeeld minder vaak vreemd te gaan,” legt Maaike de Jong van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) uit.
Kleuren licht
Omdat vogels een zeer goed zichtvermogen hebben en lichtgevoelige delen in hun hersenen, zijn zij een belangrijke soortgroep om te onderzoeken. De Jong keek voornamelijk naar koolmezen, pimpelmezen en bonte vliegenvangers. “Kunstlicht verstoort duidelijk het gedrag en de timing van de onderzochte vogels. Welke kleur het ook heeft: wit, rood of groen.” Het precieze effect verschilt wel per kleur. Die effecten zijn moeilijk 1-2-3 samen te vatten. Maar bij alle kleuren licht in het lab, bij zowel kool- als pimpelmees, worden vogels ’s ochtends zo’n twee uur eerder actief. “Deze vervroeging in het dag/nacht-ritme is het grootste lichteffect dat we gevonden hebben.” Verder zijn de dieren de hele nacht door actief: er is geen onverstoorde slaap meer. En in de avond gaan ze ook iets langer door. Alles bij elkaar opgeteld zijn de vogels per etmaal niet actiever, omdat ze overdag rustmomenten nemen.
Seizoenstiming
Bij het veldwerk stond de seizoenstiming centraal. In het koude voorjaar van 2013 legden de koolmezen hun eerste ei dagen vroeger in het seizoen, bij wit en bij groen licht. Blijkbaar hebben vogels in verlichte leefgebieden ook geen puf of mogelijkheden meer voor nachtelijke escapades – in ieder geval niet in broedseizoen 2014. Hoe dichter de nesten bij het witte en rode licht lagen, hoe minder buitenechtelijke jongen er in te vinden waren. Dit gooit het natuurlijke seksuele gedrag in de war, en de selectie daarop. De Jong: “Dit zijn voorbeelden waarin je ziet dat verschillende kleuren licht dus inderdaad verschillende effecten kunnen hebben, op activiteitspatronen of gedrag.”

Voortplantingsucces
Het gedrag van de onderzochte vogels verandert. Maar De Jong en collega’s vonden (nog) geen effecten op de populaties: op de overleving en het voortplantingssucces dus. “We kunnen dus nog niet zeggen of het licht echt een effect heeft op de aantallen vogels in de natuur. Zulke effecten worden vaak pas zichtbaar op de langere termijn: die kun je pas na jaren zien.” Daarom loopt het onderzoek na haar promotie door. Dan breekt ook het moment aan voor concreet natuurlijkvriendelijker verlichtingsadvies aan natuurbeschermers en beleidsmakers. “De lichtkleur van LED-buitenverlichting is makkelijk aan te passen. Daardoor kunnen we de impact van lichtvervuiling waarschijnlijk verminderen.”
Verstedelijking
De hele wereld verstedelijkt en dat zijn juist de gebieden met het meeste licht. Wat weten we eigenlijk van vogels in de stad? “Niet genoeg!,” antwoordt De Jong meteen. “Het is van belang om meer te weten te komen over de broedvogels daar. Het landelijke netwerk van nestkasten zouden we graag aanvullen met gegevens over stadsvogels.” Stadsvogels kunnen ook best opportunistisch zijn. “Vogels kunnen zich vaak aanpassen aan nieuwe situaties.”