Het mysterie rond de dode spreeuwen in het Huijgenspark in Den Haag lijkt opgelost. Uit toxicologisch onderzoek blijkt dat ze taxusgif hebben binnengekregen.
Er werden twintig dode spreeuwen onderzocht. Die bleken naast de onschuldige besjes van de taxusstruik ook de giftige delen van de struik in hun maag te hebben. Dit meldt
vogelopvang De Wulp op Facebook
. De Wageningen Universiteit heeft het onderzoek gedaan. De laatste maanden zijn er
ongeveer 350 dode spreeuwen gevonden
in het Haagse Huijgenspark.
Levers onderzocht
Vogelopvang De Wulp deed eerder ook zelf onderzoek op de spreeuwen maar kon niks vinden. "Dat betekent dat er iets dieper in de weefsels moet zitten", vertelt Sharon Lexmond terugblikkend tegen de NOS. Daarom zijn er twintig levertjes opgestuurd naar Wageningen voor toxicologisch onderzoek.
Snoeiafval
Het is normaal dat spreeuwen (resten van) besjes in hun maag hebben. De vogels lusten de taxusbesjes graag. Maar van de giftige delen van de plant blijven ze af. Lexmond van de vogelopvang vermoedt dat er ergens snoeiafval van de taxus heeft gelegen, waar de spreeuwen de besjes uit hebben gehaald en ze zo toch giftige stoffen binnen hebben gekregen.
Er was een vermoeden dat de vogels door mensen waren vergiftigd maar dit is dus niet het geval. "De dieren hadden een lege maag. Dat betekent dat ze misselijk waren, en dat wijten we dan aan het gif." Verzwakte spreeuwen haalden nog net de boom waarin ze sliepen, maar vielen daarna dood neer.
Meer onderzoek
Om zeker te weten dat de spreeuwen gestorven zijn door taxusgif, worden er nog eens twintig spreeuwenlevers onderzocht door dezelfde onderzoeker. De uitslag komt waarschijnlijk volgende week.