Minister kiest voor flexibel waterpeil IJsselmeergebied
• 14-06-2018
• leestijd 2 minuten
© IJsselmeer. Fotograaf: EelcovanRoden
Op 14 juni 1918 markeerde de publicatie van de Zuiderzeewet in de Staatscourant de start van de Zuiderzeewerken. 100 jaar later tekent minister Van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) een nieuw Peilbesluit. Hiermee komt een eind aan het vaste waterpeil in het IJsselmeergebied. Deze ingreep is nodig om ook in de toekomst voldoende zoetwater beschikbaar te hebben. Het IJsselmeer is een onmisbare waterbron voor bijna een derde van Nederland.
Flexibel waterpeil
Tot nu toe werd het peil gedurende de zomer op een vast niveau gehouden. Maar door het veranderende klimaat worden de zomers steeds droger en worden we steeds afhankelijker van het water van het IJsselmeer. Door te werken met een flexibel waterpeil kan er nu extra water worden vastgehouden, zodat ook in tijden van droogte voldoende zoetwater beschikbaar blijft. Het nieuwe zomerpeil in het IJsselmeer en Markermeer krijgt een natuurlijker verloop: een hoger peil in het voorjaar en een lager peil aan het einde van de zomer. Vanwege de waterveiligheid en de scheepvaart verandert het waterpeil in de winter niet.
Aanvullende afspraken
Alle partijen betrokken bij het beheer van het IJsselmeergebied gaan aanvullende afspraken maken over het uitvoeren van het Peilbesluit. Want het is belangrijk dat de regionale watervoorziening, de aan- en afvoer van water, en de waterpeilen van aangrenzende polders en meren goed op elkaar afgestemd blijven. De Rijksoverheid stelt vanuit het Deltafonds 12,1 miljoen euro beschikbaar als bijdrage aan maatregelen ter bevordering van de bevaarbaarheid voor de pleziervaart in het IJsselmeergebied. Het gaat bijvoorbeeld om het verdiepen van de toegangsgeulen van jachthavens.
Peilbesluit 1992
Het nieuwe Peilbesluit vervangt het oude Peilbesluit uit 1992, waarin stond dat Rijkswaterstaat als beheerder een vast waterpeil moest aanhouden. Het nieuwe Peilbesluit is voorbereid door het Deltaprogramma en maakt het voor Rijkswaterstaat mogelijk beter in te spelen op de veranderende weersomstandigheden en de behoefte aan zoetwater. De afgelopen jaren is samengewerkt met provincies, waterschappen, gemeenten, de recreatieve sector en belanghebbenden om tot dit besluit te komen.
Bron: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat