Minder vlinders in tuinvlindertelling
• 08-08-2017
• leestijd 2 minuten
© Bont zandoogje op braam. Fotograaf: Daksaya
Tijdens de landelijke tuinvlindertelling zijn er minder vlinders geteld dat in de voorgaande acht edities. Zowel het aantal vlinders als het aantal soorten per tuin was lager. Inmiddels zijn de gegevens binnen van ruim 4200 tellingen, iets minder dan de afgelopen jaren. Dit is voor een belangrijk deel te verklaren door het bewolkte weer op zaterdag. In het zuidoosten was er de meeste bewolking, en dat is goed terug te zien in het aantal tellingen.
Vroege piek
De atalanta is het meeste geteld in de tuinen, gevolgd door de kleine vos en de dagpauwoog. Door het warme weer eerder dit jaar vlogen de meeste soorten weken eerder dan in andere jaren. De landelijke piek van tuinsoorten zoals de kleine vos en de dagpauwoog was een week of twee geleden. Daarom werden deze vlinders in de telling minder gezien dan andere jaren. Ook de koolwitjes waren duidelijk minder aanwezig.
Het bont zandoogje deed het prima dit jaar. Met ruim 3000 getelde vlinders eindigde deze soort als vijfde en zo hoog heeft de soort nog nooit gestaan. De kolibrievlinder was ook goed vertegenwoordigd, vooral in de zuidelijke provincies.
Vlinders in de steden
Dit jaar werd er extra aandacht besteed aan de tuinvlinders in de binnensteden. De samenstelling van de vlinders in de grote steden Rotterdam en Amsterdam is duidelijk anders vergeleken met het landelijke beeld. Het bont zandoogje is in beide steden veel geteld, voor een groot deel van het weekend stond deze soort in de steden zelfs op nummer één. Ook de citroenvlinder stond in de grote steden hoger.