Tijdens het broedseizoen kunnen koolmezen zeer agressief zijn en bonte vliegenvangers zelfs doden. Wanneer hij tijdens veldonderzoek nestkastjes van koolmezen controleerde, zag bioloog Jelmer Samplonius regelmatig het resultaat van die agressie: een dode vliegenvanger in een kast waarin koolmezen nestelen.
Biologen van de Rijksuniversiteit Groningen die koolmezen en bonte vliegenvangers bestuderen, zien dat klimaatverandering de botsingen tussen beide soorten die optreden tijdens het broedseizoen ernstiger maakt. In sommige jaren doden koolmezen zo’n 10 procent van de vliegenvangers. Luguber detail is dat de dode vliegenvangers meestal hoofdwonden hebben. “En het lijkt erop dat de mezen ook de hersenen van hun slachtoffers opeten”, aldus Samplonius.
Concurrentie
De twee soorten hebben altijd al met elkaar geconcurreerd om nestgelegenheid. De vraag voor de biologen is of klimaatverandering een rol speelt bij de gevechten. Beide soorten moeten zorgen dat hun jongen uit het ei komen wanneer er een piek is in het aantal rupsen. Een hogere gemiddelde temperatuur door de klimaatsverandering zorgt er voor dat deze piek naar voren verschuift in het jaar.
Onderzoek in Drentse Nationale Parken
Uit onderzoek twee Drentse nationale parken, Dwingelderveld en het Drents-Friese Wold bleek al eerder dat koolmezen reageren op de verschuiving door hun eieren eerder te leggen, afhankelijk van de temperatuur. Bonte vliegenvangers komen ook eerder terug naar Europa, maar hun aanpassing is minder goed dan die van de overwinterende koolmezen. Wanneer ze aankomen hangt niet af van de actuele temperatuur in hun broedgebied.
Zachtere winters
Klimaatverandering zorgt voor zachtere winters overleven meer koolmezen. Meer koolmezen betekent meer concurrentie voor de vliegenvangers en dus meer conflicten. Een tweede reden voor een toename van conflicten tussen mezen en vliegenvangers is dat ze zich op verschillende manieren aanpassen aan het veranderende klimaat. Het grootste probleem ontstaat in een koud voorjaar, wanneer koolmezen hun nesten later gaan bouwen terwijl de vliegenvangers vroeg aankomen uit Afrika. In dat geval overlapt de broedtijd voor beide soorten het meest en heb je ook de meeste gevechten.
Populatie bonte vliegenvanger
Opvallend genoeg zien de onderzoekers geen effecten op de grootte van de vliegenvangerpopulatie. “We zagen dat vooral de mannetjes die laat terugkeren uit Afrika worden gedood. En die hebben al niet zo’n grote kans om een vrouwtje te vinden en zich voort te planten, dus dat verklaart misschien waarom er geen effect is op de populatie”, aldus Samplonius.
Alles bij elkaar laat het onderzoek zien dat dat klimaatverandering het gedrag van beide vogelsoorten verandert, en ook de interactie tussen de soorten. Om te bepalen hoe dat op lange termijn doorwerkt, gaat hoogleraar ecologie Christiaan Both de komende jaren door met het onderzoek.
De onderzoekers publiceerden een analyse in het tijdschrift Current Biology van 10 januari 2019.